Troponine-test

Definitie

De troponine test meet de concentratie van troponine in de bloed. troponine is een eiwitcomplex dat ervoor zorgt dat spiercellen samentrekken in interactie met andere componenten. troponine wordt aangetroffen in zowel skeletspieren (spieren die naar believen kunnen worden aangestuurd) als hart- spier.

De troponinetest is bedoeld om cardiaal troponine te meten (van de hart-). Er wordt een verder onderscheid gemaakt tussen de twee subvormen "Troponin I" en "Troponin T". De meting van "Troponin T hs" geeft een zeer gevoelig resultaat - veel patiënten worden als zodanig herkend. Wanneer hart- spiercellen zijn beschadigd, zoals bij verschillende ziekten het geval kan zijn, er is een stijging van de troponinespiegels in de bloed. Hoe hoger de toename, hoe groter de schade aan de hartspier.

Wanneer heb ik een troponinetest nodig?

Indicaties voor een troponinetest zijn tekenen van hart of long ziekte. Als een arts of medisch noodpersoneel bijvoorbeeld een hartaanval (myocardinfarct) of pulmonaal embolie, wordt de troponinetest meestal ook altijd uitgevoerd. Als er afwijkingen zijn in het ECG (elektrocardiogram), kan ook een troponinetest worden aangevraagd ter ondersteuning van de diagnose. Maar zelfs als het ECG - ondanks de bestaande symptomen - onopvallend is, kan de troponinewaarde baanbrekend zijn. Over het algemeen is troponine een marker voor eventuele stress of schade aan de hartspier en moet daarom altijd worden verzameld als hartaandoeningen worden vermoed, zowel acuut als chronisch.

De test uitvoeren

Er zijn verschillende manieren waarop de test kan worden uitgevoerd. De systemen verschillen echter alleen in hun bediening en nauwkeurigheid. Vooral de sneltesten zijn erg eenvoudig uit te voeren.

Patiënten bloed moet op de test worden gedruppeld en vervolgens moet het resultaat worden afgelezen. Als exacte waarden moeten worden verzameld, gebeurt dit meestal in een overeenkomstig laboratorium. Twee antilichamen worden gebruikt in de test. Het ene antilichaam bindt aan het troponine in het bloed en onderschept het, terwijl het andere antilichaam het leesbare signaal genereert door te binden aan het gevormde complex.