Therapie van een patella-dislocatie

Het doel van elke therapie van een patella-dislocatie is om de patella permanent rond glijlagers te centreren, omdat deze waardevol is kraakbeen massa gaat verloren bij elke ontwrichting. Sinds kraakbeen weefsel niet kan regenereren, moet met de hoeveelheid kraakbeen die bij de geboorte wordt geleverd, voorzichtig worden behandeld. Hoe vaker een patella-dislocatie optreedt, hoe groter de kans op premature patella artrose (retropatellaire artrose).

Een acute patella-dislocatie moet onmiddellijk worden verminderd. Eventueel kan een vervolgbehandeling in a dij cast kan volgen. Als kraakbeen afschuiving (schilfering) wordt vermoed of bevestigd door een MRI-onderzoek, artroscopie (knie endoscopie) moet worden uitgevoerd om de omvang van de kraakbeenschade.

Als er een vlok wordt gevonden, moet deze indien mogelijk opnieuw worden gefixeerd. Voor dit doel is het kniegewricht moet worden geopend en het geschoren fragment opnieuw op zijn plaats worden bevestigd, zodat er geen glijoppervlak van kraakbeen verloren gaat. In het geval van meerdere patellaire dislocaties moet chirurgische correctie van de patella worden uitgevoerd.

In dit geval kunnen verschillende corrigerende maatregelen worden overwogen. De meest uitgevoerde bewerkingen worden hieronder vermeld. In principe wordt er onderscheid gemaakt tussen chirurgie van de weke delen (aanhalen en hechten van banden) en botcorrigerende maatregelen bij operaties aan patella-dislocatie. Botcorrigerende maatregelen mogen alleen worden uitgevoerd nadat de groei is voltooid.

Een hele operatie

Bij deze chirurgische methode van een patellaire dislocatie wordt de binnencapsule verzameld; bij een traumatische initiële ontwrichting wordt het binnenste capsule-apparaat (mediaal retinaculum) gelijktijdig gehecht. Deze maatregel is bedoeld om het verloop van de patella meer naar de binnenkant van de kniegewricht om een ​​hernieuwde externe ontwrichting te voorkomen. Deze chirurgische methode kan worden gecombineerd met een laterale release. In dit geval ligamentstructuren aan de buitenkant van de knieschijf worden gesneden om de neiging tot lateralisatie van de knieschijf te verminderen. In de literatuur worden veel andere methoden beschreven.

Dislocatie van tuberositas

Als botcorrectiemaatregel kan worden overwogen om het inbrengen van de patellapees te verplaatsen. Operatie volgens Elmslie-Trilat: Bij deze operatie wordt de bevestiging van de patellapees (patella pees) op het scheenbeen (tuberositas tibiae) naar binnen (mediaal) verplaatst. Deze verplaatsing zorgt ervoor dat de patella verder naar binnen beweegt in zijn glijpad, waardoor dislocatie veel moeilijker wordt. Deze procedure kan worden gecombineerd met chirurgie van de weke delen (bijv. Chirurgische ingreep).