Tachycardie Absolute aritmie Hartstilstand | Symptomen van atriale fibrillatie

Tachycardie Absolute aritmie Hartstilstand

Atriale fibrillatie kan leiden tot symptomen zoals de hart- stotteren hierboven beschreven. Het komt echter vaker voor dat patiënten hartkloppingen opmerken als de boezemfibrilleren gaat gepaard met een te snelle hartslag. Als het hart- slaat te snel tijdens boezemfibrillerenDit wordt tachycardische atriale fibrillatie of tachyaritmie absoluta genoemd.

De term absolute aritmie daarentegen beschrijft alleen de onregelmatige hartslag zonder te zeggen of de hart- snelheid is te hoog, te langzaam of normaal. Bij tachycardisch boezemfibrilleren treden, afhankelijk van hoeveel te snel het hart klopt, onaangename hartkloppingen op. Het kan gepaard gaan met andere symptomen zoals overmatig zweten, een gevoel van kortademigheid zelfs bij lichte lichamelijke inspanning, een gevoel van druk of pijn in de borst gebied, angst en duizeligheid.

Ademhalingsproblemen bij boezemfibrilleren

Kortademigheid is een symptoom dat voornamelijk optreedt bij boezemfibrilleren, dat wordt geassocieerd met een te snelle hartslag, de tachycardische boezemfibrilleren (tachyaritmie absoluta). Bij boezemfibrilleren pompt het hart niet zo effectief als een gezond hart. Hierdoor wordt minder verse zuurstof verrijkt bloed wordt elke minuut ter beschikking gesteld van de rest van het lichaam.

Hoe sneller het hart klopt bij boezemfibrilleren, hoe meer de pompcapaciteit wordt aangetast en hoe minder zuurstofverzadigd bloed bereikt de rest van het lichaam. Tachyaritmie absoluta kan daarom gepaard gaan met kortademigheid en kortademigheid (dyspneu). In de meeste gevallen gebeurt dit niet in rust, maar eerder onder stress.

Zelfs boezemfibrilleren met een normaal hartslag kan leiden tot vroegtijdige kortademigheid bij hoge fysieke belasting. Hoe sneller het hart klopt tijdens boezemfibrilleren, des te eerder kan kortademigheid optreden. Als het hart erg snel klopt, kan er zelfs in rust een tekort aan lucht zijn.

Vermogensverlies bij boezemfibrilleren

Zoals hierboven beschreven, pompt een hart met boezemfibrilleren niet bloed zo effectief als een gezond hart. Minder zuurstofverzadigd bloed bereikt de periferie van het lichaam. Als het lichaam in rust is, veroorzaakt dit vaak geen ongemak.

Juist tijdens periodes van verhoogde fysieke inspanning leidt dit echter tot kortademigheid en verminderde prestaties. De fysieke prestaties die anders zonder problemen bereikt zouden kunnen worden, kunnen ineens moeilijk worden. Dit is lang niet bij alle patiënten met boezemfibrilleren het geval, maar is natuurlijk des te meer merkbaar bij patiënten die veel aan sport doen. Hoe sneller het hart klopt tijdens boezemfibrilleren, hoe lager de fysieke prestatie in de meeste gevallen. Dit komt doordat het hart het bloed steeds minder effectief pompt als de hartslag te snel is.