Schouder dislocatie: oorzaken

Pathogenese (ontwikkeling van ziekte)

De volgende vormen van schouder dislocatie kunnen onderscheiden worden.

  • voorgaand schouder dislocatie - voorwaartse dislocatie van de schouder (> 90% van de gevallen); er is stretching of scheuren van het inferieure glenohumerale ligament Als bovendien het voorste deel van het labrum (glenoïd lip) is beschadigd en scheurt weg van zijn benige ondersteuning, de voorwaarde wordt een Bankart-laesie genoemd.
  • Anterieur-inferieur schouder dislocatie - dislocatie van de schouder anterieur naar beneden.
  • Achterste schouder dislocatie - dislocatie van de schouder naar achteren.
  • Anderen: axillaire schouder-dislocatie, paracorcacoïdale schouder-dislocatie, luxatio erecta (dislocatie waarbij de hoofd van de opperarmbeen naar beneden verplaatst met de arm bovendien verticaal omhoog gehouden).

Schouderdislocatie kan het gevolg zijn van directe en indirecte kracht, zoals een val (directe kracht op de humerus hoofd​ Evenzo kan een aangeboren of verworven hyperlaxed (rekbaar) ligamenteus apparaat van de schouder leiden schouderdislocatie (= gebruikelijke schouderdislocatie). Voorwaartse schouderdislocatie is het gevolg van een ontvoering/externe rotatie beweging (spreiden en naar buiten draaien) van de arm. Achterste schouderdislocatie is het gevolg van een adductie/ interne rotatiebeweging (naar binnen draaien en de arm naar het lichaam trekken) van de arm.

Etiologie (oorzaken)

Ziektegerelateerde oorzaken.

Musculoskeletaal systeem en bindweefsel (M00-M99).

  • Hyperlaxiteit ligamenteuze (verlengbare ligamenten) geleiding van de schouder.

Neoplasmata - tumor ziekten (C00-D48).

  • Epilepsie (aanval) - hier vaak bilaterale schouderdislocatie.

Letsel, vergiftiging en andere gevolgen van externe oorzaken (S00-T98).

  • Elektrisch ongeval - hier vaak bilaterale schouderdislocatie.
  • Eerdere ontwrichtingen
  • Val op de schouder