Psychodrama: Methode, Doelen, Toepassingsgebieden

Wat is psychodrama?

Het woord psychodrama is samengesteld uit de Griekse woorden voor actie (“drama”) en ziel (“psyche”). Psychodrama gaat dan ook over het op een speelse manier zichtbaar maken van innerlijke mentale processen.

De arts en psychotherapeut Jacob Levy Moreno heeft in de 20e eeuw het psychodrama opgericht. Het is ontstaan ​​vanuit het besef dat mensen vooral leren door te handelen en niet door te spreken. Vooral kinderen begrijpen de wereld door te spelen door volwassenen na te doen.

In tegenstelling tot andere psychotherapeutische methoden is de centrale methode in psychodrama daarom niet praten, maar handelen. In de regel speelt psychodrama zich af in een groep van acht tot vijftien personen. Bij elke sessie kan een deelnemer zijn of haar gewenste toneelstuk of onderwerp inbrengen.

Door de scenische weergave kunnen problemen die al lang voorbij zijn, ook in het heden worden ervaren en veranderd. Deelnemers kunnen ook werken aan angsten voor de toekomst door mogelijke scenario's in rollenspellen uit te testen.

Wanneer doe je een psychodrama?

Deze vorm van probleemoplossing vereist echter actief en creatief handelen en is daarom niet voor iedereen geschikt. Iedereen die remmingen heeft bij het uiten van zijn gevoelens voor een groep, zal psychodrama nogal moeilijk vinden.

Als je psychodrama wilt proberen, moet je ook verbeeldingskracht en empathie hebben. Acteervaardigheden zijn niet noodzakelijk, maar deelnemers moeten zich wel in de schoenen van anderen en situaties kunnen verplaatsen.

Psychodrama is oorspronkelijk bedoeld als groepstherapie, maar sommige therapeuten bieden het ook aan in individuele setting of in relatietherapie. Afhankelijk van het onderwerp kunnen de sessies enkele weken tot meerdere maanden duren.

Wat doe je in een psychodrama?

Bij psychodrama zijn een psychodramaleider (therapeut of hulpverlener) en een groep betrokken. In elke sessie kan één lid van de groep de hoofdrolspeler worden, dat wil zeggen de hulpzoekende die zijn problemen wil overwinnen door middel van psychodrama. De hoofdpersoon kiest medespelers of “helpende ego’s” uit de andere groepsleden om de gehechtheidsfiguren van de hoofdpersoon te vertegenwoordigen. De andere groepsleden kunnen als waarnemer optreden.

Het psychodramaproces is onderverdeeld in een opwarm-, actie-, integratie- en evaluatiefase.

Opwarmfase

Psychodrama vereist een grote mate van spontaniteit en empathie. Er zijn verschillende technieken om op te warmen, zodat de deelnemers gemakkelijker aan het rollenspel kunnen deelnemen. De leider vraagt ​​de deelnemers in het begin vaak naar hun humeur. Elk individu kan zijn humeur laten zien, bijvoorbeeld door zijn houding. Als de deelnemers elkaar niet kennen, kan de leider hen vragen om zich in de zaal op te stellen op basis van bepaalde criteria (bijvoorbeeld woonplaats of leeftijd).

Actiefase (spelfase)

In de eerste stap legt de hoofdpersoon aan de groep het problematische probleem uit waaraan ze willen werken. Dit kan bijvoorbeeld hun werksituatie zijn. De tweede stap is het selecteren van een scène die het centrale probleem illustreert. De hoofdpersoon en zijn assistent spelen de situatie op een podium na.

Bij een zogenaamde ‘rolomkering’ kan de hoofdpersoon overschakelen naar de rol van helper en medespeler naar die van hoofdpersoon. Deze techniek helpt de getroffen persoon zich beter in te leven in de positie van andere deelnemers. Daarnaast weten de andere spelers hoe ze zich in een bepaalde rol moeten gedragen.

De psychodramabegeleider onderbreekt het rollenspel zodra zij de indruk hebben dat de nagespeelde situatie geen nieuwe inzichten meer oplevert. Ook stopt hij het rollenspel als er meer controversiële kwesties rijzen. De nagespeelde situatie kan de hoofdpersoon doen denken aan een scène uit zijn kindertijd. Dit wordt dan meteen nagespeeld in een rollenspel. Deze methode geeft de hoofdpersoon een dieper inzicht in de bestaande problemen.

Integratie fase

Na het rollenspel wisselt de groep ideeën uit. De deelnemers kunnen bijvoorbeeld verslag uitbrengen over hun eigen ervaringen in vergelijkbare levenssituaties en zo aan de hoofdpersoon duidelijk maken dat hij niet de enige is met zijn problemen. Ook vertellen ze wat ze voelden en waarnamen tijdens het rollenspel. Ten slotte legt de psychodramabegeleider de processen uit die hij tijdens het rollenspel heeft waargenomen. In psychodrama wordt groot belang gehecht aan een waarderende sfeer.

De hoofdpersoon moet zich veilig voelen in de groep en steun ervaren. Het effect van psychodrama ligt niet alleen in het rollenspel, maar ook in het gemeenschapsgevoel dat in de groep ontstaat.

Wat zijn de risico’s van psychodrama?

De taak van de psychodramaleider is om aandacht te besteden aan de gemoedstoestand van alle deelnemers en hen niet te overweldigen. Hoe groter de groep, hoe lastiger het voor de begeleider is om iedereen in de gaten te houden.

Een te lange sessie, weinig structuur en onvoldoende uitleg kunnen de deelnemers overweldigen of stress bezorgen. Als de deelnemers acuut aan een psychische stoornis lijden, moet de therapeut er vooral op letten dat het rollenspel geen extra stress veroorzaakt. Dit kan de gezondheidstoestand van de betrokkene verslechteren.

Waar moet ik aan denken na een psychodrama?

In psychodrama ervaar je een verscheidenheid aan verschillende gevoelens. De gedeelde ervaring in de groep kan deze gevoelens nog versterken. Om alle deelnemers in staat te stellen hun gevoelens op een rijtje te zetten, is een belangrijk onderdeel van het psychodrama de discussie aan het einde van elke sessie (integratiefase).

Als u zich na de sessie nog steeds verward of overweldigd voelt, moet u dit aan de psychodramaleider vertellen. Als de negatieve gevoelens na een paar sessies nog steeds aanwezig zijn, moet u er tijdens een individuele sessie met een therapeut over praten. Dit geldt ook als je vraagstukken hebt die je niet in groepsverband of psychodrama wilt aanpakken.