Pijn door subacromiale decompressie | Subacromiale decompressie Schouderdakverlenging

Pijn door subacromiale decompressie

Er zal zijn pijn voor en na de operatie. Het pijnlijke impingement syndroom is de meest voorkomende indicatie voor subacromiale decompressie. In de dagen na de operatie kan er sprake zijn van lichte pijn weer in het wond- en operatiegebied.

Lichte verwondingen van de zachte weefsels en geopereerde structuren zijn altijd aanwezig tijdens de operatie. Vaak klein bloed schepen zijn ook gewond, wat kan leiden tot lichte blauwe plekken in de schoudergewricht. Deze zijn soms pijnlijk, maar zouden niet langer dan een paar dagen tot een paar weken moeten duren. De daadwerkelijke pijn veroorzaakt door de impingement syndroom mag niet meer voorkomen na de operatie. Als er lichte pijn is als gevolg van de operatie, kunnen medicijnen zoals ibuprofen or paracetamol kan tijdelijk worden ingenomen.

Nazorg

Direct na de operatie worden koelingsmaatregelen (cryotherapie maatregelen) worden genomen om de pijn te verminderen en vooral om de zwelling van het zachte weefsel te verminderen. Daarnaast kunnen pijnstillende en decongestivum medicijnen naar behoefte individueel worden voorgeschreven. Om de wondsecretie uit het geopereerde gebied te laten wegvloeien, kan een zogenaamde Redon - Drainage worden ingebracht. Deze drainage wordt ongeveer één à twee dagen na de operatie verwijderd.

Tijdens de eerste dagen wordt de arm meestal geïmmobiliseerd met behulp van een armband. Om de arm zo snel mogelijk weer in beweging te krijgen en ervoor te zorgen dat de arm weer kan bewegen, wordt vanaf de 1e dag na de operatie een fysiotherapeutische postoperatieve behandeling voorgeschreven. Dit omvat enerzijds de zogenaamde passieve bewegingen, die de fysiotherapeut in een hoofdrol vervult, maar ook - na een bepaalde doorlooptijd - actieve bewegingen, die de patiënt onder fysiotherapeutische begeleiding uitvoert.

Daarnaast is er de mogelijkheid tot vervolgbehandeling met behulp van een gemotoriseerde bewegingsspalk (= CPM). Terwijl de patiënt op een stoel zit, wordt de schouder op een elektrisch aangedreven bewegingsspalk geplaatst en wordt een pijnloze beweging van de schouder geïnitieerd. Patiënten vinden behandeling met CPM in de regel prettig. De bewegingsspalk is traploos en individueel instelbaar.