Chirurgie voor schouderartrose

Introductie

De diagnose van schouder artrose (omartrose) betekent niet noodzakelijk dat een operatie aan de schoudergewricht moet uitgevoerd worden. Echter, schouder artrose is een progressief voorwaarde dat kan niet worden genezen.

Wanneer is een operatie nodig?

In de vroege stadia van kraakbeen degeneratie, wordt conservatieve therapie in de meeste gevallen aanbevolen, met de nadruk op het mobiliseren van het gewricht, het opheffen van de verstijving, het losmaken van het vernauwde (samengetrokken) schouderkapsel, pijn verlichting en ontstekingsremmende behandeling. Het doel is om de progressie van de schouder te vertragen artrose en versterk de schouderspieren. Alleen als deze conservatieve maatregelen geen verbetering van de symptomen teweegbrengen, moet chirurgische therapie worden overwogen. Afhankelijk van de ernst van de schouder artrose, kraakbeen afvlakking uitgevoerd tijdens artroscopie kan al verlichting bieden. Als deze behandelaanpak niet langer voldoende is, kan de implantatie van een kunstmatige gewrichtsvervanging (schouderprothese) nodig zijn als laatste stap.

Chirurgie voor schouderartrose

Er zijn verschillende chirurgische opties beschikbaar voor de behandeling van schouder artrose, afhankelijk van de mate van pijn en de functionele eisen van de betrokken persoon. In de vroege stadia van schouder artrosekan een gewrichtsparende operatie worden uitgevoerd als onderdeel van een schoudergewricht endoscopie (artroscopie). Deze procedure is met name geschikt als de gewrichtsruimte slechts licht wordt verkleind door de artrose en voldoende beweeglijkheid van de schoudergewricht wordt onderhouden.

In de regel is de oorzaak van de pijn kan worden geëlimineerd tijdens de kleine arthroscopische procedure; een met littekens bedekte en verharde slijmbeurs kan bijvoorbeeld worden verwijderd of verkalkt of gescheurd pezen gehecht met behulp van de minimaal invasieve kijkgattechniek (arthroscopisch). Bovendien is het gewricht kraakbeen kan worden afgevlakt, de acromion verwijd en ontstoken weefsel verwijderd. Deze operatie kan worden uitgevoerd als een intramurale procedure, wat overeenkomt met een ziekenhuisopname van ongeveer twee tot drie dagen.

Als de schouderartrose al gevorderd is, de gewrichtsruimte erg smal is of als er duidelijke bewegingsbeperkingen zijn, moet een schoudergewrichtsvervanging operatief worden ingebracht. Afhankelijk van de omvang en oorzaak van de schouderartrose kunnen verschillende prothesemodellen worden overwogen (zie hieronder). Als de prothese losraakt, moet meestal een vervangende operatie worden uitgevoerd. Dit omvat het vervangen van het losgemaakte onderdeel; soms kan het nodig zijn om een ​​ander type prothese te gebruiken, bijvoorbeeld bij defecten aan zacht weefsel of slechte botkwaliteit.