Op welk ritme moet een kind borstvoeding krijgen?

De eerste dagen na de geboorte is het belangrijk dat u de pasgeborene zo vaak mogelijk aandoet, want alleen zo leert uw kind goed aan de borst te zuigen. Het stimuleert ook melk productie. Aanvankelijk produceert de moederborst biest. Deze biest is rijk aan voedingsstoffen en immuunsubstanties. De hoeveelheid is nog klein. Tussen de derde en vijfde dag, de volwassen moedermelk schiet in.

In de eerste weken moet u uw baby in een periode van 24 uur acht tot twaalf keer borstvoeding geven. Het tijdsinterval tussen voedingen mag niet minder zijn dan twee uur. In de regel krijgen baby's om de twee tot drie uur borstvoeding.

Probeer geen borstvoeding te geven volgens een vast ritme, maar volgens de behoeften van uw baby (“ad libitum”), zolang het maar een gezonde baby is met een normaal lichaamsgewicht.

Wacht niet te lang met aanleggen. Als je baby eenmaal begint te huilen, is het moeilijk om hem weer te kalmeren of hij drinkt te haastig en slikt te veel lucht in. Dit kan leiden tegen buikpijn. Huilen is een laat hongersignaal. Maar: niet elke keer dat het kind huilt, heeft hij honger. Als uw kind echt honger heeft, maakt hij met de zijne zoekbewegingen mond, klemt zijn handjes of zuigt eraan. Het draaien van de hoofd heen en weer is ook een hongersignaal, evenals jammeren en smakken.

De behoefte om te drinken verandert van tijd tot tijd. Er zullen fasen zijn waarin uw kind vaker wil verplegen. Dit zijn meestal groeispurten of emotionele ontwikkelingsfasen waarin uw kind honger heeft of meer nabijheid nodig heeft. Voor kinderen gaat borstvoeding niet alleen over het stillen van honger. Als het kind 's nachts langere slaapfasen heeft, bijvoorbeeld 5-6 uur, is het normaal dat het overdag vaker wil drinken.

Maakt u zich geen zorgen als uw kind maar kort drinkt. Daar is het waarschijnlijk des te effectiever voor. Andere baby's drinken heel langzaam en met plezier. Een borstvoedingssessie kan tussen de vijf en twintig minuten duren. Laat u niet afschrikken door rapporten van andere moeders. Elk kind heeft een individueel zuig- of drinkgedrag.

Borstvoeding in de eerste weken is erg inspannend, vooral voor moeders, en leidt vaak tot uitputting. Zorg voor jezelf. Krijg steun van familie of vrienden. Probeer overdag de nachtelijke slaap in te halen: slaap als de baby slaapt.