Oefeningen voor polsblessures | Phy. Pols

Oefeningen voor polsblessures

Oefeningen om de mobiliteit te verbeteren komen bijvoorbeeld uit de Functional Movement Theory (FBL) - de aangrenzende mobilisatie. Hierbij worden de twee hefbomen van het gewricht zo bewogen dat ze elkaar altijd benaderen, dwz de hoek in het gewricht wordt zo klein mogelijk gehouden en het bewegingsbereik wordt gemaximaliseerd. Door de twee hendels in dezelfde richting te bewegen, worden ontwijkingsmechanismen voorkomen en wordt het succes van de oefening verbeterd.

Om flexie en extensie te verbeteren, de onderarm kan op een recht, stevig oppervlak worden geplaatst, bijvoorbeeld een tafelblad of een therapiebank. Om flexie te trainen, blijven de vingertoppen en elleboog gefixeerd op het onderoppervlak terwijl de pols wordt verwijderd van het tafelblad. De vingers blijven gestrekt.

De oefening wordt tot 20 keer achter elkaar uitgevoerd. De stretching oefening kan afwisselend worden uitgevoerd met de flexieoefening. Deze keer is de pols blijft stevig op het oppervlak terwijl de ellebogen en vingers elkaar naderen.

Ook hier kunnen 20 herhalingen worden uitgevoerd. De oefening kan meerdere keren per dag in 3-4 sets worden gedaan. Soortgelijke oefeningen zijn ook beschikbaar voor de andere richtingen van pols beweging.

De oefeningen moeten zonder veel moeite kunnen worden uitgevoerd. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan de uitvoering. De kwaliteit staat op de voorgrond.

Oefeningen voor de ondersteuning zijn goed uit te voeren vanuit de viervoetige positie. Hiervoor ligt de patiënt op een gymnastiekmat. De knieën staan ​​op de grond, de heupen direct boven de knieën, de rug is parallel aan het kussen, de handen worden ondersteund onder de schouders, de ellebogen zijn niet volledig gestrekt maar licht gebogen tijdens de hele oefening.

De blik is schuin naar voren en naar beneden gericht, de cervicale wervelkolom is recht. Nu kan het lichaamsgewicht langzaam van de ene hand naar de andere worden verschoven, zodat de aangedane hand kortstondig met meer gewicht wordt belast en dan weer met minder. Als het gewicht op de hand ligt, moet er ondersteunende activiteit in de spieren worden opgebouwd.

De oefening moet samen met een therapeut worden uitgewerkt om onjuiste prestaties te voorkomen. Als de ondersteuningsactiviteit veilig kan worden opgebouwd, kunnen ook individuele steunpilaren worden opgetild (bijv. De gezonde arm of omgekeerd). been, etc.) om het gewicht op de hand te verhogen.

De ondersteuning kan worden ontwikkeld vanuit verschillende uitgangsposities. Er zijn veel coördinatieve oefeningen. Een lichte bal vangen is net zo handig als piano spelen, schrijven of schilderen.

Ook de reactie kan worden getraind. Hier moeten de oefeningen worden aangepast aan de uitdagingen waarmee de patiënt in het dagelijks leven wordt geconfronteerd. De specifieke oefeningen zijn gericht op de oorzaak van de polsblessure. Voor meer diepgaande informatie en oefeningen met betrekking tot de oorzaken (bijv. Polsontsteking, breuk, gescheurde ligament, etc.), raden we daarom onze hoofdpagina aan: Fysiotherapie Hand