Mag ik op vakantie gaan met een arbeidsverbod? | Werkverbod tijdens zwangerschap

Mag ik op vakantie gaan met een arbeidsverbod?

Tijdens een arbeidsverbod is het in principe ook toegestaan ​​om op vakantie te gaan. Om hier zeker van te zijn, is het echter raadzaam om vooraf een arts te laten verklaren dat uw vakantie onschadelijk is voor uw volksgezondheid. Het kan ook een goed idee zijn om contact op te nemen met uw volksgezondheid verzekeraar vooraf om voor de zekerheid te zorgen bij eventuele problemen met uw werkgever achteraf. De wettelijke voorschriften regelen ook het recht op vakantie van zwangere vrouwen. Indien het verlof door de werkgever is verleend voordat het arbeidsverbod inging en valt binnen de termijn van het verbod, heeft de werknemer het recht dit verlof op te nemen na afloop van de beschermingsperiodes, eventueel ook in het daaropvolgende jaar.

Welke redenen kunnen er zijn voor een arbeidsverbod?

Algemene redenen voor een arbeidsverbod zijn vastgelegd in de Wet moederschapsbescherming. Om bepaalde redenen kan met toestemming van de zwangere vrouw een uitzondering worden gemaakt. Zo geldt er een arbeidsverbod in een periode van 6 weken voor de bevalling tot minimaal 8 weken erna.

Een andere reden voor een verbod is het in gevaar brengen van het leven van het kind en de moeder door het verrichte werk. Daarnaast zijn bepaalde arbeidsvoorwaarden een voorwaarde voor een arbeidsverbod. Deze omvatten zwaar lichamelijk werk, dampen, gassen of stof die schadelijk zijn voor volksgezondheid (bv bij houtbewerking), zware lasten tillen, langer dan 4 uur staan ​​vanaf de 5e maand, een activiteit met een verhoogd valrisico, evenals stukwerk of werken aan een lopende band.

Voor dat laatste kan door de toezichthouder een uitzondering worden gemaakt. Een individueel tewerkstellingsverbod kan worden uitgevaardigd door een arts in de privépraktijk als het door de zwangere vrouw verrichte werk een risico op complicaties met zich meebrengt door bepaalde individuele begeleidende symptomen van de aanstaande moeder. Bijvoorbeeld een reeds bestaande ernstige misselijkheid, dat wordt versterkt door sterke geuren op de werkplek, kan aanleiding zijn voor een individueel arbeidsverbod.

Welke arbeidsverboden zijn van toepassing op opvoeders?

Na de inwerkingtreding van de EU-verordening inzake biobrandstoffen in 2005, is een kleuterschool wordt beschouwd als een werkplek met een hoog risico. Typisch kinderziekten zoals gierend hoesten, mazelen, de bof(rodehond) rodehond, waterpokken of de cytomegalovirus hebben vaak een ernstiger beloop bij volwassenen dan bij kinderen en kunnen ook het ongeboren kind schaden. Als een opvoeder zwanger wordt, moet ze haar werkgever daarom onmiddellijk op de hoogte stellen.

De werkgever is dan verplicht de zwangere vrouw van het werk te halen totdat haar immuunstatus is opgehelderd. Als er voldoende immuunbescherming is voor de ziekten in kwestie, mag de aanstaande moeder op haar werkplek blijven werken tot de algemene beschermingsperiodes van de Maternity Protection Act (normaal gesproken tot 6 weken voor de bevalling). Als er onvoldoende bescherming is voor een van de bovengenoemde ziekten, moet de zwangere vrouw een onmiddellijk individueel tewerkstellingsverbod krijgen van een arts. In individuele gevallen kan er ook een verandering van werkplek plaatsvinden naar een gebied met een lager infectierisico (bijvoorbeeld kantoor- / administratief werk).