Laserbehandeling | Therapie van bijziendheid

Laserbehandeling

De methode die tegenwoordig algemeen wordt gebruikt voor laserbehandeling van bijziendheid is de zogenaamde LASIK (laser-geassisteerde in situ keratomileusis). Hier veroorzaakt de ablatie van het hoornvlies een veranderde kromming van het hoornvlies. De procedure is alleen in Duitsland goedgekeurd voor bijziendheid tot -10 dioptrieën.

Hoe meer kortzichtig de patiënt is, hoe meer hoornvlies moet worden weggenomen. Dienovereenkomstig moet het hoornvlies voldoende dikte en stabiliteit hebben, anders kan de procedure niet worden uitgevoerd. Contra-indicaties: LASIK wordt niet uitgevoerd als het hoornvlies te dun is of als bijziendheid is meer dan -10 dioptrieën.

Ook mag de patiënt niet jonger zijn dan 18 jaar. De gezichtsscherpte van de patiënt wordt vóór de ingreep meerdere keren gecontroleerd. Als de waarden sterk van elkaar verschillen, LASIK behandeling wordt ook niet aanbevolen.

Bovendien verbieden verschillende oogziekten LASIK, zoals glaucoma en staar. Wondgenezing aandoeningen en auto-immuunziekten spreken ook tegen een dergelijke ingreep. Procedure: De procedure duurt slechts enkele minuten per oog.

Voorafgaand aan de ingreep wordt het oog verdoofd met speciaal oogdruppels en opengehouden met een ooglid oprolmechanisme. Vervolgens wordt met een laser een dunne lamel in het hoornvlies gesneden (zogenaamde flap), die echter niet helemaal loskomt maar alleen omgevouwen. De onderliggende hoornvlieslaag kan vervolgens worden geablateerd met een andere laser.

De operatieplaats wordt vervolgens gespoeld en de flap wordt teruggebracht in zijn oude positie. Deze procedure duurt gewoonlijk minder dan 30 seconden. De flap geneest binnen 2-3 dagen.

Kansen op succes: de kansen op succes met LASIK zijn erg goed. In de meeste gevallen verbetert het zicht drastisch direct na de behandeling. Ruim 90% van de patiënten bereikt de gewenste gezichtsscherpte, velen kunnen zelfs zonder bril or contactlenzen allemaal samen.

De risico's: Zoals bij elke chirurgische ingreep, brengt LASIK ook enkele risico's met zich mee. De ablatie van het hoornvlies kan leiden tot over- of ondercorrectie van bijziendheid, dwz dat de patiënt zelfs na de ingreep geen optimale gezichtsscherpte bereikt. Bovendien kan het zicht in het donker worden verminderd omdat de contrastscherpte kan afnemen. Vooral als veel hoornvlies is weggenomen, is de stabiliteit ernstig beperkt.

Dit kan ertoe leiden dat het hoornvlies naar voren uitpuilt de intraoculaire druk (keratectasia). Verder droge ogen komen vaak voor, vooral in de eerste weken na de ingreep, omdat de productie van tranen wordt verminderd. Dit kan het risico op ontsteking vergroten.