Kurkuma: gezondheidsvoordelen, medicinaal gebruik, bijwerkingen

Kurkuma wordt verondersteld te zijn ontstaan ​​in India, maar wordt nu verbouwd in tropische gebieden over de hele wereld. De wortelstokken worden geïmporteerd voor medicinaal gebruik uit China, India, Indonesië, Maleisië, Afrika en Madagaskar.

Kurkuma: wortel als medicijn

In kruidengeneeskunde, de hele ondergrondse wortelstok van kurkuma (Curcumae longae rhizoma) wordt gebruikt. De secundaire wortelstokken worden in plakjes gesneden en gedroogd.

De wortelstok wordt geoogst nadat de plant is verdord, verbrand met heet water, en vervolgens gedroogd. Broeien is om te voorkomen dat de plant gaat kiemen.

Kurkuma - typische kenmerken

Kurkuma is een tropische vaste plant die sterk lijkt op gember​ Het heeft basale, zeer grote en brede bladeren zonder puberteit en met ongeveer evenwijdige bladaders. De relatief grote gele bloemen met drie bloembladen staan ​​in langwerpige aren.

De plant ontwikkelt zich uit een vlezige wortelstok (onderstam) en verschillende secundaire wortelstokken, die aan de buitenkant een bruine kurklaag hebben en aan de binnenkant oranjegeel zijn door de curcuminoïden die ze bevatten.

Eigenaardigheden van kurkuma

Het medicinaal gebruikte materiaal bestaat uit vinger-vormige secundaire wortelstokken met een diameter tot 15 mm en de belangrijkste eivormige wortelstokken van de plant, die groeien tot 4 cm lang. De wortelfragmenten zijn aan de buitenkant geelbruin tot grijsbruin en gevlekt, dit komt door brandwonden na het oogsten. Op de breekpunten zijn de wortels uniform oranjegeel van kleur en licht glanzend.

Kurkuma heeft een zwakke, kruidig-aromatische geur. Smaak-gewijs is de wortel bitter en brandend heet.