Hypochonder: behandeling

Een heel ander ziektebeeld, dat sowieso niet mag worden verward met dat van hypochondrie, is het Münchhausensyndrom. Klachten worden hier alleen gedaan omdat de 'getroffen persoon' andere doelen voor ogen heeft, bijvoorbeeld een vervroegde pensionering of een uitkering. Anderen simuleren zonder duidelijk te zijn over hun motieven.

Mensen met het Munchausen-syndroom spelen de meest ernstige ziekten bedrieglijk echt en dwingen medische behandeling af - soms zelfs gevaarlijke interventies. Op deze manier zoeken ze vaak aandacht, zorg en sympathie.

Effecten op de sociale omgeving

De overdreven preoccupatie met lichamelijke klachten kan gemakkelijk chronisch worden en daarmee een blijvend persoonlijkheidskenmerk. Het wordt problematisch wanneer de constante zorg voor de eigen is volksgezondheid beïnvloedt het sociale samenleven.

Hypochonders verwachten vaak speciale aandacht van partners, vrienden en zelfs kinderen. Als ze dit niet ontvangen, trekken ze zich vaak gefrustreerd terug in hun lichaam en hun eigen lijden. De beroeps- of onderwijsprestaties nemen af ​​- ongeveer tien procent van de hypochonders wordt zelfs permanent arbeidsongeschikt.

Gedragstherapie voor hypochonders

Als de getroffenen echter bereid zijn hun angsten te zien als het resultaat van een geestesziekte en vertrouw een psychiaterbijvoorbeeld cognitief gedragstherapie kan helpen. Volgens studies van Amerikaanse wetenschappers zouden slechts zes individuele poliklinische sessies verbetering teweegbrengen.

De polikliniek voor klinische psychologie aan de Universiteit van Mainz combineert individuele en groepssessies. Volgens zijn eigen gegevens zijn de kansen op succes van de therapie, die ongeveer drie maanden duurt, zijn 80 procent. In bijzonder uitgesproken gevallen van hypochondrie, intramuraal therapie is geschikt. Psychosomatische klinieken bieden programma's aan van zes tot acht weken.

Doelen van therapie voor hypochondrie

Gemeenschappelijk voor alle vormen van therapie is dat patiënten hun klachten realistisch leren inschatten. Niet elke spierspasme is het teken van een ernstige stofwisselingsstoornis.

Ze nemen ook geleidelijk gedragingen op in hun dagelijks leven die ze voorheen vermeden. Ze schudden vreemden bijvoorbeeld de hand als ze hen begroetten, iets wat ze geweigerd hadden uit angst voor infectie.

In de volgende fase proberen ze niet elk nieuw probleempje te onderzoeken om te zien of er misschien een ernstige ziekte achter zit.

Omgaan met hypochonders

Hypochonders zijn afhankelijk van menselijke nabijheid en afleiding. En dit werkt het beste in gezelschap. Partners, vrienden en familieleden moeten duidelijk maken dat ze hem en zijn probleem serieus nemen en de klachten in geen geval afdoen als verbeelding.

De patiënt is immers ziek, ook al is zijn ziekte niet organisch maar psychisch van aard. Familieleden moeten het zwaarmoedig naar praten openlijk met de huisarts over zijn angsten en hem afraden te vaak van arts te wisselen. En hoewel het geen gemakkelijke taak is, advies om ook professionele hulp te zoeken bij een psychotherapeut of psychiater ijs te duur belangrijk.