Hepatitis C-vaccinatie

Introductie

Momenteel is er geen vaccin beschikbaar tegen het virus. Ter bescherming tegen infectie met de hepatitis C-virus (HCV), worden tal van preventieve maatregelen aanbevolen door de Standing Commission on Vaccination (STIKO) van het Robert Koch Institute. Wereldwijd zijn ongeveer 150 miljoen mensen besmet met HCV. Het virus wordt vaak overgedragen via het bloed (bijv. door hergebruikte injectienaalden bij drugsverslaafden, naaldprikverwondingen in de geneeskunde of bloed transfusies). In zeldzame gevallen kan het virus tijdens de geboorte ook van moeder op kind worden overgedragen en seksueel worden overgedragen.

Waarom is er geen vaccinatie tegen hepatitis C?

De hepatitis C-virus wordt gekenmerkt door een zeer snelle groei. Talloze mutaties komen van generatie op generatie voor, daarom het individu virussen van elkaar verschillen. De mutaties worden veroorzaakt door een onnauwkeurig werkend enzym in het virussen, het RNA-polymerase.

In totaal maakt men onderscheid tussen 7 hoofdtypen van de hepatitis C-virus, dat op zijn beurt weer kan worden onderverdeeld in talrijke subgroepen (subtypen). Bij een actieve vaccinatie wordt de patiënt geïnjecteerd met gedode of verzwakte ziekteverwekkers, waarna de immuunsysteem formulieren antilichamen tegen de eiwitstructuren op het oppervlak. In het geval van een infectie met hepatitis C virussen immuunsysteem zou dus al voorbereid zijn en de binnendringende virussen rechtstreeks met de antilichamen al aanwezig. Vanwege de hoge mutatiesnelheid van de virussen kan de hepatitis C virussen dragen veranderde eiwitstructuren op hun oppervlak, daarom de immuunsysteem kan de virussen niet onmiddellijk bestrijden. Om deze reden is de ontwikkeling van een vaccinatie tegen hepatitis C virussen blijkt moeilijk en vaccinatie is momenteel niet mogelijk.

Hoe kunt u zich anders tegen hepatitis C beschermen?

Om u te beschermen tegen infectie met hepatitis C-virussen, adviseert de Permanente Vaccinatiecommissie (STIKO) van het Robert Koch Instituut tal van preventieve maatregelen. Deze hebben al geleid tot een afname van de jaarlijkse HCV-infecties in Duitsland. Het risico op HCV-infectie is vooral hoog onder medisch personeel.

Daarom adviseert STIKO tal van hygiënemaatregelen en bescherming tegen prikaccidenten. Deze omvatten het dragen van dubbele handschoenen tijdens chirurgische of invasieve procedures, het gebruik van geschikte instrumenten en beschermende kleding. Bovendien wordt al het medisch personeel op HCV-status onderzocht voordat met hun werk wordt begonnen en met regelmatige tussenpozen.

Ter bescherming tegen overdracht van HCV door bloed producten (bloedtransfusies, orgaantransplantaties), worden alle bloedproducten sinds 1991 getest op de aanwezigheid van HCV. Hierdoor is de kans op een transfusiegerelateerde HCV-infectie significant afgenomen en bedraagt ​​deze momenteel minder dan 1: 3. 000.

000. Ten slotte adviseert STIKO ook speciale maatregelen te nemen wanneer een kind wordt geboren uit een HCV-positieve moeder. Hoewel het algemene risico op overdracht van HCV bij de geboorte vrij laag is, moeten diagnostische procedures vóór de geboorte worden vermeden en, indien nodig, moet een keizersnede worden uitgevoerd in geval van verwachte geboorteletsels of meerlingen.