Medische toepassing | Heparine

Medische toepassing

heparine wordt geproduceerd in menselijk en dierlijk organisme. Bij mensen wordt het gesynthetiseerd en vrijgegeven door de zogenaamde mestcellen. Nadat het zijn grote therapeutische waarde had ontdekt (het werd ontdekt in 1916, voor het eerst toegepast op mensen in 1935), werd begonnen met de extractie uit runderlongen of varkensdarmen.

Het is een van de meest gebruikte anticoagulantia (coumarines zoals Marcumar dienen hetzelfde doel, maar ze werken via een ander mechanisme). heparine bindt zich aan het anticoagulans antitrombine III en versterkt het anticoagulerende effect. Afhankelijk van de lengte van de ketting heeft het verschillende effecten en in sommige gevallen ook andere eigenschappen.

Ongefractioneerd heparine heeft een lange keten en remt door binding aan antitrombine III de stollingsfactoren II en X. Tijdens de behandeling met deze heparine bloed Het niveau van het geneesmiddel moet regelmatig worden gecontroleerd, omdat er een risico op overdosering bestaat. Het gevolg zou een verhoogde neiging tot bloeden zijn (door de bloed, bij wijze van spreken).

Inname: In principe is het niet mogelijk om het medicijn als tablet (peroraal) in te nemen, omdat heparine niet wordt opgenomen in het maagdarmkanaal. Daarom wordt het intraveneus toegediend (dwz met een injectie in een veneus bloed vat) of subcutaan (dwz met een injectie in het subcutane vetweefsel). Niet-gefractioneerde heparine heeft de beste beschikbaarheid voor intraveneuze toediening.

Heparine met laag molecuulgewicht

Heparine met laag molecuulgewicht heeft een korte keten en remt met zijn binding aan antitrombine III in het bijzonder stollingsfactor X. Bij behandeling met heparine met laag molecuulgewicht is er geen Grensverkeer van het bloedniveau is noodzakelijk. Consumptie: Het wordt subcutaan geïnjecteerd.

Bijwerkingen

Beide heparines dragen het risico van een verhoogde bloedingsneiging. Bij een overdosis heparine kan het effect ervan grotendeels teniet worden gedaan door protamine. Protamine is dus het tegengif (Grieks: antidoto - het gegeven, als het ware het tegengif) voor heparine.

  • Het risico van door heparine geïnduceerd trombocytopenie is groter met ongefractioneerde heparine.
  • Er wordt een onderscheid gemaakt tussen bijwerkingen van type I en type II, waarbij deze laatste levensbedreigend kunnen zijn en moeten leiden tot onmiddellijke stopzetting van de behandeling met heparine. Er is een sterke daling van het aantal bloed bloedplaatjes (trombocytopenie) in het bloed en klontering van bloedplaatjes in het bloed schepen, wat kan leiden tot een verminderde doorbloeding. De letaliteit (mortaliteit) voor door heparine geïnduceerde trombocytopenie Type II is 30%.
  • Osteoporose (botfragiliteit) is mogelijk bij langdurige behandeling met heparine
  • Omkeerbaar haarverlies