Hartfalen en bloeddruk - Wat is het verband?

Introductie

Hart mislukking (hartfalen) en hoge bloeddruk zijn voornamelijk ziekten die ouderen (> 50 jaar) treffen. Meer dan de helft van alle 50-plussers wordt getroffen. Veel mensen zijn zich echter lange tijd niet bewust van hun ziekte bloed druk stijgt vaak langzaam door de jaren heen, de hart- het falen ontwikkelt zich langzaam en het lichaam kan zich voorlopig goed aanpassen.

Symptomen verschijnen vaak laat of worden door de getroffen persoon niet als zodanig ervaren. Waarden boven> 120/80 worden aangeduid als hoge bloeddruk. Hart uitval kan na verloop van tijd ontstaan ​​als gevolg van slecht afgesteld bloed druk.

Oorzaken van hartfalen en bloeddruk

De oorzaken van hartfalen zijn veelvoudig. Er wordt onderscheid gemaakt tussen functionele stoornissen tijdens systole, de fase waarin de bloed wordt uitgeworpen, en aandoeningen van diastole, waarin bloed terugstroomt naar het hart. Coronaire hartziekte (CHD) of a hartaanval kan de pompcapaciteit van de hartspier beperken.

Per hartslag kan slechts een kleine hoeveelheid bloed worden verdreven. Andere oorzaken zijn obstakels in het afwateringspad, bijv hartkleppen die te smal zijn (aortaklep stenose) of overmatige vaatweerstand, zoals het geval is bij hoge bloeddruk. Lekken hartkleppen bloed terug laten stromen in het hart tijdens de hartslag, het zogenaamde slingerbloed.

Het hart wordt permanent verzwakt door het toegenomen bloedvolume. Met de leeftijd neemt de elasticiteit van de hartspier af, waardoor er minder bloed in het hart kan stromen tijdens de diastole (vulfase) en er kan dus minder bloed worden uitgeworpen. Met de leeftijd neemt de elasticiteit van de vaatwanden af.

Bovendien is de diameter van het bloed schepen daalt als gevolg van deposito's. Beide factoren leiden tot een toename bloeddruk. Het hart moet nu pompen tegen verhoogde weerstand.

Op de lange termijn kan het niet de normale pompcapaciteit leveren, wordt er minder bloed in de bloedsomloop gespoten en de beroerte het volume neemt af. Reactief probeert het hart de afname te compenseren door de hartslag. Dit verkort de tijd waarin de hartspier zelf van bloed wordt voorzien.

De hartspier krijgt minder voedingsstoffen en zuurstof, waardoor de prestaties verder afnemen. Tegelijkertijd wordt er meer water via de nieren terug in het lichaam gezogen (reabsorptie) om het lage slagvolume te compenseren. Dit neemt op zijn beurt toe bloeddruk.

Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel waarin hartfalen en hoog bloeddruk elkaar negatief beïnvloeden. In het geval van een hartaanval, een plotselinge sluiting van de kransslagaders leidt tot een acuut onderaanbod van de hartspier erachter. Myocardcellen zijn erg vatbaar voor zuurstoftekort en sterven snel.

Afhankelijk van hoe lang de blokkering duurt en hoe groot het aangetaste vat is, kunnen kleine of grote delen van de hartspier afsterven. De hartspier is niet in staat tot regeneratie, wat resulteert in functieloze littekens. Hierdoor kan de hartspier tijdens de uitwerpfase minder samentrekken en tijdens de vulfase minder rekken. Beiden resulteren in een afnemende pompcapaciteit.