Grijze stof ruggenmerg

Synoniemen

Medisch: substantia grisea spinalis CNS, ruggenmerg, hersenen, zenuwcellen

Verklaring

Volgens REXED, het grijs spinal cord substantie, dat is vlinder-vormig in doorsnede, kan worden onderverdeeld in 10 lagen (Laminae spinalales IX). Lagen I-VI vormen de achterhoorn - de achterste kolom (somatosensorisch = gevoel), lagen VIII en IX de voorhoorn - de voorste kolom (motorische functie = musculatuur) en lagen VII en X vormen een zogenaamd 'tussenstuk' ( pars intermedia), waarin verschillende processen plaatsvinden.

Classificatie grijze massa

De cellen van de grijze massa van het ruggenmerg kunnen worden onderverdeeld in

  • Wortelcellen en
  • Binnenlandse cellen

Wortelcellen

De wortelcellen zijn meestal motorische zenuwcellen (zenuwcellen die de spieren aansturen), die de spinal cord via de voorste wortel: de vezels van de skelet- en viscerale spieren trekken nog steeds samen in de voorste wervelkolomwortel, maar scheiden zich dan. De somatomotorische wortelcellen (= voorhoorncellen, motorneuronen) zijn de grootste zenuwcellen uit de spinal cord met een diameter van 40-80 m (dwz 4-8 honderdsten van een mm). Ze zijn multipolair ganglion cellen, wat betekent dat naast een impuls-overbrengende extensie (axon), hebben ze minstens twee "impuls-ontvangende" extensies (= dendrieten), maar meestal aanzienlijk meer.

  • Degenen die de dwarsgestreepte skeletspieren voeden (innerveren), dat zijn de spieren die we willekeurig gebruiken (bijvoorbeeld wanneer we onze arm optillen). Ze worden somatomotorische wortelcellen (somatomotorische = beweging van het lichaam) of alfa-motoneuronen genoemd (ze bevinden zich in de voorhoorn) en
  • Degenen die de viscerale spieren voeden (innerveren), die we expres niet kunnen controleren (bijvoorbeeld de darmbewegingen), en kliercellen. Ze worden visceromotorische wortelcellen genoemd (lat.

    Viscera = de organen, darmen)

  • Evenals kleinere motorische wortelcellen genaamd gamma-motorneuronen.
  • dendrieten
  • Cellichaam
  • axon
  • Kern

Veel extensies (axonen) van andere zenuwcellen eindigen erop in de vorm van contactpunten (synapsen), die informatie verschaffen van verder afgelegen lichaamslocaties (periferie), van andere segmenten van het ruggenmerg, van de hersenschors, van de cerebellum en van de hersenen stam. Deze informatie vertelt de motorneuron hoe te reageren om beweging te creëren die betekenisvol is voor het organisme. Figuur zenuwuiteinden Synapse

  • Zenuw einde (Axon)
  • Messenger-stoffen, bijv

    dopamine

  • Ander zenuwuiteinde (dendriet)

De viscerale wortelcellen zijn kleiner (15-50 m) en behoren tot de autonome, dwz onvrijwillige, zenuwstelsel. Ze zijn ook multipolair. De cellichamen van de sympathicus, die actief is tijdens stressreacties, bevinden zich in de laterale hoorn van het thoracale en bovenste lumbale merg (C8-L2); hun verlengingen (axonen) lopen kort mee met die van de somatomotorische voorhoorncellen en leiden vervolgens als zogenaamde ramus communicans albus naar de grensstreng van de sympathicus (= truncus sympathicus), die langs de wervelkolom loopt.

Daar worden ze overgeschakeld naar een seconde zenuwcel. De cellichamen van de parasympathicus, die in rust actief is, liggen in de sacrale medulla (S2 tot S4) tussen de voorste en achterste hoorn. Hun verlengingen leiden tot ganglia (= opeenhopingen van zenuwcellen) nabij hun doelorganen, bijvoorbeeld de darm en andere organen van het bekken en de onderbuik, en worden daar omgeschakeld.