Eetgewoonten | Overgewicht en psychologie

Eetgewoontes

Zoals eerder vermeld, levert het meestal alleen ergernis op als je iemand verbiedt te eten. Om deze reden is het belangrijk om in de therapie niet naar het voedsel zelf te kijken, maar naar de samenstelling ervan. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat dierlijke vetten vervangen moeten worden door plantaardige vetten en dat ongeveer de helft van het geconsumeerde voedsel moet bestaan ​​uit koolhydraten.

Vet mag in het algemeen niet meer dan 30% van de dieet. Eetgewoonten Deze belangrijke stap gaat uiteindelijk over het toepassen van wat je hebt geleerd. Bij het kopen van voedsel hebben de meeste mensen bijvoorbeeld bepaalde rituelen om bepaalde dingen te kopen en andere niet.

Ook zijn er rituelen, hoe iemand bijvoorbeeld zelf een brood smeert. Dit werkt vaak niet zo bewust (vraag jezelf af hoe vaak je in je leven een brood hebt gemaakt), maar wordt vaak gedurende vele jaren “getraind”. Het doel van therapie moet nu zijn om dit gedrag bij te scholen. Als je bewust nieuwe voedingsmiddelen uitprobeert (die niet zo veel verschillen van de 'oude'), zul je vroeg of laat zeker een aantal vinden die smaak goed en bevatten ook minder vet dan u gewend bent. Nogmaals moet worden benadrukt dat het niet gaat om verboden (snoep mag ook), maar om het verantwoord gebruiken van de kennis die aan de patiënt is overgebracht over zwaarlijvigheid.

Beweging

Men kan niet anders dan zeggen dat alle inspanningen om af te vallen aanzienlijk worden verbeterd door regelmatige lichaamsbeweging. Nogmaals, het gaat niet om prestaties die klaar zijn voor de Olympische Spelen, maar om het verantwoord gebruiken van de opgedane kennis. Elke gedragsverandering, zelfs kleine (bijv. Kleine afstanden te voet en niet met de auto etc.)

heeft een blijvend en positief effect op de patiënt. Ook hier is het belangrijk om realistische doelen te stellen, omdat anders ook het gevaar bestaat dat de motivatie om door te gaan met de therapie teniet wordt gedaan.