Deze medicijnen worden gebruikt | Spasticiteit bij multiple sclerose

Deze medicijnen worden gebruikt

Als oefentherapie niet voldoende is om de symptomen te verlichten, wordt medicatie gebruikt. Voor spasticiteit, spierverslappers en anti-epileptica worden gebruikt. Deze zijn bedoeld om de spieren te ontspannen.

Baclofen of tizanidine wordt vaak in tabletvorm gebruikt. In ernstige gevallen spierverslappers kan direct in de spinal cord door een buis. Een andere mogelijkheid zijn neurotoxinen, dat wil zeggen zenuwgifstoffen. Deze worden via een injectiespuit rechtstreeks in de spier geïnjecteerd en zijn daar ongeveer 2 maanden werkzaam. In de tussentijd zijn cannabinoïden in ernstige gevallen ook toegestaan ​​voor de behandeling van spasticiteit.

U kunt dit zelf doen

Het is belangrijk dat de oefeningen uit fysiotherapie ook regelmatig thuis worden uitgevoerd. Als u een milde spasticiteit, moet u ervoor zorgen dat u lichamelijk in goede staat bent voorwaarde jezelf. Stretching en versterkende oefeningen, die u zelf kunt doen, helpen hier.

Het wordt aanbevolen om de oefeningen met uw fysiotherapeut te bespreken, zodat ze correct en op een manier kunnen worden uitgevoerd die u helpt uw ​​doelen te bereiken. Daarnaast is het handig om actief te letten op welke oefeningen of therapieën jou individueel het beste helpen. Lichaamsbewustzijnstraining kan hierbij helpen. Een uitwisseling met andere getroffen personen kan ook nuttig zijn en nieuwe benaderingen bieden om de symptomen te verlichten. Als de symptomen verergeren, moet bovendien altijd onmiddellijk een arts worden geraadpleegd om mogelijke late effecten op tijd te voorkomen.

Dit is de prognose

Helaas, multiple sclerose is nog steeds ongeneeslijk en neemt door de jaren heen een continu progressieve koers. Veel MS-patiënten zijn na jaren van ziekte afhankelijk van een rolstoel. De huidige therapieën kunnen de intensiteit van het MS-proces echter verminderen.

De kwaliteit van leven van de getroffenen is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Daarnaast zijn er meer medicijnen die ontstekingen in het midden bestrijden zenuwstelsel. Daarom is de prognose de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd. Individueel is het verloop van de ziekte echter heel anders.