Hartstilstand: medische geschiedenis

De casusgeschiedenis (medische geschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van hartstilstand/ plotselinge hartdood. Follow-up geschiedenis op basis van interview met een familielid (externe geschiedenis).

Familiegeschiedenis

  • Is er een familiegeschiedenis van erfelijke ziekten die gepaard gaan met plotselinge hartdood (bijv. Verlengd QT-syndroom, hypertrofische cardiomyopathie)?

Sociale Geschiedenis

  • Wat was het beroep van de patiënt?

Actueel medische geschiedenis/ systemische geschiedenis (somatische en psychische klachten).

  • Welke symptomen heeft de patiënt eerder opgemerkt?
  • Is er plotseling bewustzijnsverlies opgetreden?
  • Moest er cardiopulmonale reanimatie (CPR) worden uitgevoerd?

Vegetatieve anamnese incl. voedingsanamnese.

  • Heeft de patiënt medicijnen gebruikt? Zo ja, welke drugs (cocaïne) en hoe vaak per dag of per week?

Zelfgeschiedenis incl. drug geschiedenis.

  • Reeds bestaande aandoeningen (aandoeningen van de luchtwegen, hart- en vaatziekten, stofwisselingsziekten, verwondingen).
  • Operations
  • radiotherapie
  • Vaccinatiestatus
  • Allergieën
  • Zwangerschappen
  • Milieugeschiedenis
  • Medicatiegeschiedenis

Medicatiegeschiedenis

  • Drugsintoxicatie, niet gespecificeerd; bijvoorbeeld digitalis - medicijn gebruikt in hart- mislukking.
  • Cotrimoxazol (trimethoprim plus sulfmethoxazol) + RASB (renine-angiotensinesysteem-blokkers; remmers van het renine-angiotensinesysteem) - geassocieerd met plotselinge hartdood bij oudere patiënten (in de periode van 14 dagen na antibioticabehandeling)
  • Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) - ook niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAP's) of NSAID's) verhogen het risico op plotselinge hartdood:
  • Röntgenstraal contrastmiddelen (als een onmiddellijke reactie).
  • Zie ook onder: "Hartritmestoornissen veroorzaakt door medicijnen"