Ziekte van Creutzfeldt-Jakob: preventie

Om nieuwe variant te voorkomen Creutzfeldt-Jakob ziektemoet aandacht worden besteed aan het verminderen risicofactoren.

Gedragsrisicofactoren

  • Inslikken van geïnfecteerd voedsel, rundvlees en van rundvlees afgeleide producten.

Preventiefactoren

  • Genetische factoren:
    • Genetische risicoreductie afhankelijk van genpolymorfismen:
      • Genen / SNP's (single nucleotide polymorfisme):
        • Gen: PRNP
        • SNP: rs1799990 in gen PRNP
          • Allelconstellatie: AA (het verkrijgen van nvCJD is mogelijk) (40% van de gevallen in de populatie).
          • Allelconstellatie: AG (het verkrijgen van nvCJD is mogelijk maar zeer onwaarschijnlijk) [methionine/ valine heterozygoot].
          • Allelconstellatie: GG (resistent tegen nvCJD).

Opmerking: alle tot op heden gedocumenteerde nCJD-patiënten (ongeveer 230 wereldwijd) zijn homozygoot methionine​ Nu, voor het eerst na een lange incubatietijd (tijd van infectie tot begin van de ziekte), een zieke met methionine/ valine is ontstaan.

Om de iatrogene vorm van te voorkomen Creutzfeldt-Jakob ziektemoet ervoor worden gezorgd dat risicofactoren.

Andere risicofactoren

  • Overdracht van geïnfecteerde lichaamsdonaties of geïnfecteerde chirurgische instrumenten.
  • Overdracht via bloed en bloedproducten