Kaasjeskruid: gezondheidsvoordelen, medicinaal gebruik, bijwerkingen

Kaasjeskruid komt oorspronkelijk uit Europa en Azië, maar kan als onkruid in andere delen van de wereld worden aangetroffen. Het medicijn wordt voornamelijk geïmporteerd uit Albanië, Bulgarije en Marokko.

Wilde kaasjeskruid in de kruidengeneeskunde

In kruidengeneeskundeworden de gedroogde bloemen (Malvae flos) en bladeren (Malvae folium) gebruikt die tijdens de bloeiperiode zijn verzameld. De bloemen moeten niet worden verward met zwart kaasjeskruid bloemen, die worden verkregen uit stokroos en niet van Malva-soorten.

Kaasjeskruid en zijn kenmerken

Kaasjeskruid is een tweejarige tot meerjarige vaste plant tot 1 m hoog met 3-7 lobbige bladeren. De individuele lobben zijn rond, behaard en de rand is gekerfd. Verder draagt ​​de vaste plant roze bloemen met 5 bloemblaadjes, elk met vijf bloemblaadjes, waarop karakteristieke donkere strepen te zien zijn.

Kaasjeskruid als medicijn

Het medicijn van kaasjeskruidbloemen bevat voornamelijk borstelige harige kelkblaadjes en lichtpaarse of donkerblauwviolette bloembladen. Bovendien komen er talrijke draadvormige meeldraden voor, die vaak tot een buis worden versmolten. Af en toe wordt ook de afgeplatte eierstok gevonden.

Kaasjeskruidblaadjes zijn rondachtig met 3-7 lobben en een ongelijk getande bladrand. Het is duidelijk dat men de handvormige bladnerven kan zien.

Kaasjeskruid bloemen: geur en smaak

Noch kaasjeskruidbloemen noch bladeren geven een bijzonder merkbare geur af. De smaak van de bloemen en bladeren is slijmerig.