Classificatie van COPD in stadions | COPD

Classificatie van COPD in stadions

COPD is onderverdeeld in verschillende stadia, afhankelijk van de ernst van de ziekte. Een mogelijke classificatie verdeelt de ziekte in vier verschillende stadia op basis van waarden die zijn verkregen uit de long functietest. Stadium 1 is de mildste ernst, stadium 4 is de meest ernstige vorm van de ziekte.

Als alternatief is de classificatie gebaseerd op de ernst van de ademnood. Deze classificatie verdeelt COPD naar ernstgraad 0 t / m 4. Daarnaast is er ook de niveau-indeling die GOUD A t / m D heet. Deze indeling is gebaseerd op meerdere parameters.

Deze omvatten de long functietest en de klinische symptomen. Fase 1 van COPD wordt gekenmerkt door een capaciteit van één seconde van minder dan 80% van de streefwaarde in long functie. Bij de capaciteitstest van één seconde haalt de patiënt diep adem en moet dan alles zo snel mogelijk uitademen.

Het aandeel lucht dat binnen een seconde kan worden uitgeademd, wordt gemeten en is bepalend voor het bepalen van de longfunctie. Fase 1 is vergelijkbaar met de GOLD A-classificatie. In dit geval is ademnood alleen aanwezig bij zware lichamelijke inspanning, bij snel lopen en bij het bergop gaan.

De klinische symptomen (hoesten, sputum, slaapkwaliteit) zijn in het dagelijks leven niet of nauwelijks beperkend. In fase 2 is er een capaciteit van één seconde van 50 tot 79%. Dit betekent dat de getroffen personen bij de capaciteitstest van één seconde aanzienlijk minder lucht konden uitademen in vergelijking met andere gezonde mensen.

Tijdens inspanning is er meer moeite met ademhalingDaarom gaan de getroffenen langzamer wandelen dan hun leeftijdsgenoten. Bovendien vereist normaal lopen pauzes. In de GOLD-classificatie komt fase 2 overeen met de GOLD B.

Het verschil met de eerste fase is in de eerste plaats een significant toegenomen opvallendheid van hoesten, slaap en kwaliteit van leven, die gepaard gaat met een beperking in het dagelijks leven. In beide stadia komen verergeringen (ontsporingen) van de ziekte maximaal één keer per jaar voor. In stadium 3 onthullen longfunctietesten een capaciteit van één seconde van 30 tot 49%.

Bij het lopen moeten getroffen personen meer pauzes nemen. Deze pauzes vinden per definitie plaats na ongeveer 100 meter lopen en duren enkele minuten. Het stadium is vergelijkbaar met GOLD C. Bij deze personen treden twee of meer exacerbaties per jaar op, ook zijn de klinische symptomen merkbaar, waardoor ze de dagelijkse routine beperken, maar veel alledaagse taken kunnen toch normaal worden uitgevoerd.

Fase 4 is de meest ernstige fase van COPD. De capaciteit van één seconde in longfunctie in stadium 4 is slechts 30% van de streefwaarde. Bovendien moeten mensen met een capaciteit van één seconde van minder dan 50% en een bijkomend zuurstofgebrek behandeld worden (zuurstofdruk <60 mmHg) of een verhoogd CO2-gehalte in de bloed (CO2-druk> 50 mm Hg) worden in deze fase geclassificeerd.

In de meeste gevallen kunnen getroffenen door ernstig luchttekort de woning nauwelijks meer verlaten, zij kunnen zich vaak niet meer zelfstandig voorzien. Het GOLD D-podium is vergelijkbaar. Ook hier zijn meer dan 2 exacerbaties per jaar te verwachten, de klinische symptomen zijn zeer beperkend in het dagelijks leven.

COPD in het eindstadium wordt bepaald door een sterke beperking in het dagelijks leven. De getroffenen hebben vaak last van dermate ernstige kortademigheid dat ze nauwelijks de deur uit kunnen. In de meeste gevallen kunnen ze niet meer voor zichzelf zorgen.

Bovendien is er een verhoogde vatbaarheid voor infecties, vooral in de laatste fase. Zo kan een simpele verkoudheid snel ontsporen en tot een levensbedreigende achteruitgang leiden. Door de vernauwing van de luchtwegen blijft er veel lucht in de longen achter die niet kan worden uitgeademd.

Deze zogenaamde luchtinsluiting leidt tot een te hoge inflatie van de borst. Bovendien is de lucht die in de longen achterblijft niet erg zuurstofrijk. Dit veroorzaakt niet alleen zuurstofgebrek in het hele lichaam, maar vernauwt ook het bloed schepen in de aangetaste longsecties.

In het laatste stadium van de ziekte kan deze vasoconstrictie leiden tot verhoogde druk in de longen. De hart- moet permanent tegen deze druk in pompen. Als het hart- spiercellen kunnen deze toegenomen vraag niet meer compenseren, ook treedt hartinsufficiëntie op. Dit treft met name de rechterhelft van de hart-.