Bescherming tegen bof door vaccinatie

Er bestaat een uiterst effectieve vaccinatie tegen de bof, die gewoonlijk voor het eerst aan kinderen tussen de 12 en 15 maanden oud wordt toegediend. Meestal wordt deze vaccinatie gegeven als onderdeel van een combinatievaccinatie tegen mazelen, de bof, rodehond en waterpokken​ De tweede vaccinatie wordt gegeven tussen de 15 en 23 maanden. Tussen de twee vaccinaties moet minimaal vier weken zitten. De de bof vaccin is een levend vaccin, wat betekent dat verzwakte pathogenen worden geïnjecteerd.

Frequentie van de ziekte

Van de kinderen die niet tegen de bof zijn ingeënt, raakt ongeveer 90 procent tegen de tijd dat ze 15 jaar oud zijn, besmet met de virale ziekte. In Duitsland komen nu echter relatief weinig gevallen van bof voor omdat vaccinatie routinematig aan kinderen wordt gegeven.

Bof ondanks vaccinatie

Zeer zelden is het mogelijk om ondanks vaccinatie de bof op te lopen. Dit is mogelijk als het bof vaccinatie is niet van kracht geworden zoals gewenst. Mogelijke oorzaken kunnen een verkeerd opgeslagen vaccin of een immuundeficiëntie zijn.

Aangezien er tegenwoordig twee vaccinaties tegen de bof worden gegeven, komt het virus nog maar zeer zelden voor bij gevaccineerde personen. Dit komt doordat de tweede vaccinatie geen herhalingsvaccinatie is, maar een tweede vaccinatie. Dit is bedoeld om die gevallen op te vangen waarin de eerste vaccinatie niet werkte.

Bof bij volwassenen

Volwassenen hebben zelfs nog minder kans op bof dan kinderen. Dit komt omdat de meeste volwassenen zijn gevaccineerd of het virus hebben opgelopen jeugd​ Daarna is er meestal levenslange immuniteit.

Slechts ongeveer tien procent van degenen die niet tegen de bof zijn ingeënt, loopt de ziekte niet op als kind en kan daarom als volwassene toch met het virus worden besmet. In zeldzame gevallen is ook een secundaire infectie mogelijk. Bij volwassenen vordert de bof veel vaker met complicaties dan bij kinderen.

Bof tijdens de zwangerschap

Als zwangere vrouwen bof krijgen, kan het virus de oorzaak zijn miskraam, vooral in de eerste maanden van zwangerschap​ Het is daarentegen nog niet bekend dat misvormingen of voortijdige geboorte kan optreden als gevolg van de ziekte.

Pasgeborenen en zuigelingen van wie de moeder al met de bof is besmet, kunnen de ziekte niet oplopen. Ze worden enkele maanden beschermd door de moeder antilichamen.