Bloedafname: hoe het werkt

Wat is een bloedafname?

Bij een bloedafname neemt een arts of specialist bloed af uit het bloedvatenstelsel voor onderzoek. Er wordt zorgvuldig gelet op kiemvrije (aseptische) omstandigheden om het risico op infectie van de prikplaats te minimaliseren.

Capillaire bloedafname

Veneuze bloedafname

Veneuze bloedafname is de standaardprocedure voor het verkrijgen van bloed. Een holle naald wordt gebruikt om aderen aan te prikken – meestal in de holte van de arm of onderarm.

Arteriële bloedafname

Wanneer doe je een bloedafname?

Er wordt vooral bloed afgenomen om informatie te verkrijgen. Tijdens een bloedonderzoek kan het kleine bloedbeeld worden gemaakt. Het geeft het aantal individuele bloedcellen aan, dat wil zeggen rode bloedcellen (erytrocyten), witte bloedcellen (leukocyten) en bloedplaatjes (trombocyten). Daarnaast worden onder meer de concentratie hemoglobine, verschillende erytrocytenparameters (zoals MCV) en de hematocriet gemeten.

Het kleine bloedbeeld en het differentiële bloedbeeld vormen samen het grote bloedbeeld.

Vaak is ook een bloedmonster nodig om stoffen in het bloedserum (= vloeibaar deel van het bloed zonder bloedcellen en stollingsfactoren) nauwkeuriger te bepalen – zoals bloedsuikerspiegel, bloedvetten (zoals cholesterol), enzymen (zoals CRP ) en hormonen.

Voor bloedgasanalyse is in veel gevallen ook een bloedmonster nodig.

Wat doe je als je een bloedmonster neemt?

Artsen kiezen een ader, een slagader of een capillair voor bloedafname – afhankelijk van het medische probleem.

Veneuze bloedafname

Het meest voorkomende type is veneuze bloedafname uit de holte van de arm:

Eerst wordt een manchet, de zogenaamde tourniquet, om de bovenarm van de patiënt geplaatst en strak getrokken, zodat enerzijds het bloed in de aderen kan ophopen en anderzijds de slagaderlijke pols nog steeds voelbaar is. .

Bloedafnamebuisjes zijn aan het uiteinde van de naald bevestigd en er wordt voorzichtig een vacuüm gecreëerd door aan de zuiger te trekken. Dit versnelt het bloedafnameproces.

Ten slotte opent de arts de tourniquet, trekt de naald eruit en drukt met een kompres op de prikplaats om blauwe plekken te voorkomen. Een pleister beschermt tegen infectie.

Arteriële bloedafname

Voor een arterieel bloedmonster kiest de arts meestal een slagader in de lies of bij de pols.

Capillaire bloedafname

Daarentegen wordt capillaire bloedafname voornamelijk gebruikt als de benodigde hoeveelheid bloed erg klein is. Voor dit doel wordt de huid na desinfectie slechts met een scherpe lancet bekrast. Het ontsnappende bloed wordt opgevangen met een meetstrookje of een heel dun glazen buisje.

Indien nodig wordt de capillaire bloedstroom vooraf verhoogd met een warmwaterbad, massage of een speciale zalf.

Wel is water en thee zonder suiker en melk toegestaan ​​tijdens de ‘vastenfase’. Het is echter beter om geen koffie te drinken voordat het bloedmonster wordt afgenomen.

Roken is ook niet aan te raden voordat een nuchter bloedmonster wordt afgenomen, omdat nicotine, net als cafeïne, een stijging of daling van verschillende hormonen kan veroorzaken.

Als u medicijnen gebruikt, bespreek dan vooraf met uw arts in hoeverre u hiermee door moet gaan.

Wat zijn de risico's van een bloedafname?

Waar moet ik op letten nadat een bloedmonster is afgenomen?

Als de arts een bloedmonster moet afnemen, gaat het meestal om een ​​kleine hoeveelheid. Toch moet je het daarna rustig aan doen. Extra vochtinname helpt het lichaam om het bloedverlies snel te compenseren.