Bacteriële cholangitis: anatomie-fysiologie

De gal kanalen verbinden de galblaas (vesica fellea of ​​biliaris, Latijnse vesica “blaas”En fellis of bilis“ gal ”) naar de dunne darm. Door het gal kanalen, gal gesynthetiseerd (gevormd) in de lever en geconcentreerd (verdikt tot ongeveer 10% van de oorspronkelijke volume​ 30-80 ml gal) in de galblaas wordt naar de dunne darm, waar het voornamelijk dient voor de vertering van vet en absorptie.In de gal leidingsysteem, mechanische en chemische verdedigingssystemen zorgen daarvoor bacteriën kan niet koloniseren en infecties veroorzaken. Bijvoorbeeld de sluitspier Oddi (sluitspier in het gebied waar de galweg komt uit in de twaalfvingerige darm/ duodenum) sluit de ductus choledochus (gemeenschappelijke galkanaal) af tegen het darmlumen. De permanente stroom van gal verhindert het opstijgen (“opstijgen”) van kiemen van het twaalfvingerige darm (twaalfvingerige darm). De gal zelf is onvruchtbaar. De gal zelf of zijn componenten (galzuren/gal zouten) hebben een antibioticumwerking. Zolang de gal vrij kan stromen, treedt pathogene (pathologische) bacteriële kolonisatie van de galkanalen niet op.