Oorzaken van depressie

Depressie is een van de meest voorkomende psychische aandoeningen wereldwijd. Het treft tot 16% van de wereldbevolking. Momenteel lijden tot 3.1 miljoen mensen in Duitsland alleen al aan Depressie behandeling nodig hebben; dat is tot 10% van alle huisarts-patiënten. Maar slechts minder dan 50% raadpleegt uiteindelijk een arts. Maar wat zijn de oorzaken van zo'n belangrijke en veel voorkomende ziekte?

Oorzaken

Depressie wordt meestal veroorzaakt door de interactie van veel verschillende factoren, het is zogezegd multifactorieel. De rol van genetische (erfelijke) en omgevingsfactoren varieert vaak van persoon tot persoon. Er zijn mensen die na korte tijd gemakkelijk hoge emotionele stress en crises overleven, en er zijn mensen die in een diep gat vallen nadat ze hun baan hebben verloren of gescheiden zijn; die zich steeds meer terugtrekken, zich van de wereld isoleren en uiteindelijk aan zelfmoord denken.

Deze getroffen personen zijn vaak - in vergelijking met 'gezonde' mensen - gevoeliger voor mentale stress, dwz ze moeten vaak levensgebeurtenissen doorstaan ​​en verwerken die hun tolerantie aan het wankelen brengen. Deze kwetsbaarheid (= verhoogde gevoeligheid) speelt een belangrijke rol bij het ontstaan ​​en in stand houden van depressie. Samenvattend kan worden gesteld dat de basis voor de ontwikkeling van depressie uiteindelijk berust op genetische factoren en een vormende levensgebeurtenis, zoals het overlijden van een naaste.

Genetische aanleg

Zowel studies met tweelingen als studies met families tonen aan dat genetische factoren belangrijk zijn bij depressie. Een erfelijke aanleg speelt een grote rol bij het ontstaan ​​van depressie. Studies hebben aangetoond dat bij meer dan 50% van de getroffenen ten minste één ouder depressief was.

Met andere woorden, als een van de ouders ziek is, is het risico op het ontwikkelen van een depressie zo hoog als 15%. In het geval van identieke tweelingen is het risico dat beiden een depressie krijgen tot 65%. Hieruit blijkt dat erfelijke factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan ​​van depressie. Een erfelijke aanleg alleen betekent echter niet noodzakelijk dat men ook aan een depressie moet lijden. Uiteindelijk spelen omgevingsfactoren - of er zich schokkende gebeurtenissen voordoen of niet, of hoe goed iemand bijvoorbeeld leert omgaan met moeilijke situaties - een belangrijke rol.

Stofwisselingsziekten

Uit veel onderzoeken blijkt dat met name depressie vaak wordt gekenmerkt door veranderingen in de neurotransmitter evenwicht. Neurotransmitters zijn boodschappersubstanties die bepaalde reacties in het lichaam veroorzaken, zoals pijn of angst. en de rol van serotonine/ neurotransmitters bij depressie Bij een depressie kunnen neurotransmitters zoals serotonine, noradrenaline en dopamine in het bijzonder verliezen hun evenwicht.

Veranderingen kunnen ook optreden aan hun receptoren (aanmeerplaatsen waar boodschappersubstanties kunnen werken). Ze kunnen bijvoorbeeld minder gevoelig worden voor hun boodschappers, wat op zijn beurt leidt tot een verzwakt effect van de neurotransmitters. Aangenomen wordt dat de verminderde serotonine en noradrenalineconcentraties leiden tot een depressieve stemming en gebrek aan rijvaardigheid. Tegenwoordig kan dit tekort worden gecompenseerd en gestabiliseerd door speciale medicatie ("antidepressiva").