Babyontwikkeling - Eerste 3 maanden | Ontwikkelingsstappen bij de baby

Babyontwikkeling - Eerste 3 maanden

Het sociale contact of de interactie met de omgeving zonder taal omvat, tot de derde levensmaand, het observeren en bekijken van gezichten, de terugkeer van een glimlach en de spontane glimlach van het kind. De ontwikkeling van spraak tot het einde van de derde levensmaand verschilt slechts lichtjes van de eerste 9 levensweken. Het kind moet van tijd tot tijd lachen, "tjilpen" en andere geluiden maken en reageren op geluiden die hem worden aangedaan.

Tegen het einde van de derde levensmaand moeten de ogen van het kind in alle richtingen beweegbaar zijn (bij het volgen van een object). Hij moet van tijd tot tijd in zijn handen klappen en proberen een voorwerp voor hem aan te raken of te grijpen. Naast het aangeleerde opheffen van de hoofd in buikligging, die steeds beter zou moeten worden door het versterken van de spieren, begint het kind tussen de tweede en derde levensmaand zichzelf in buikligging ook af en toe op de onderarmen te ondersteunen.

Babyontwikkeling - 3e -6e maand

Al aan het begin van de zesde levensmaand begint de baby meer gereserveerd en "verlegen" te zijn tegenover onbekende personen of bang te zijn. Dit is een natuurlijk ontwikkelingsproces. Bovendien kan de baby de eerder geleerde of verworven vaardigheden blijven uitoefenen tot een leeftijd van zes maanden.

Tussen de zesde en de zevende levensmaand blijven de fijne motoriek van de baby, dwz het vermogen om nauwkeurigere bewegingen uit te voeren, zich verder ontwikkelen. De zogenaamde duim-vinger grip is daar een typisch teken van. Bij het grijpen verlengt de baby de index vinger en duim en grijpt met de overige drie vingers. De tot dusver verworven vaardigheden worden nu, indien nodig, aangevuld door zonder hulp te zitten en stevig vast te staan.

Ontwikkeling van de baby - 7e - 8e maand

De sociale ontwikkeling tot de achtste levensmaand verschilt weinig van de vorige ontwikkeling. Pas aan het begin van de achtste levensmaand boeken de baby's verdere significante vooruitgang in hun ontwikkeling. Ook de taalontwikkeling verandert nauwelijks in vergelijking met wat men tot de zevende levensmaand leert.

Naast de duim-vinger grip kan het kind nu objecten zoals bouwstenen tegen elkaar slaan. Tot nu toe kon de baby zelfstandig staan ​​als hij zich vasthield. Alleen opstaan ​​was voorheen echter nogal atypisch. Nu begint de baby aan voorwerpen te trekken om op te staan. Bovendien kan de baby er nu zelf in gaan zitten.