Allergie: de nieuwe wijdverspreide ziekte

In Duitsland lijdt ongeveer een kwart van de bevolking aan een allergie - ongeveer de helft van hooi koorts​ Allergieën zijn nu een echt wijdverspreide ziekte geworden en treffen steeds meer jonge mensen en kinderen. Steeds meer mensen worden gevoelig voor tamelijk onschadelijke stoffen, voor normale dingen in het dagelijks leven en het milieu, bijvoorbeeld pollen, huisstof, dierlijk haar, de zon, voedsel of chemicaliën. Waarom reageert het immuunsysteem overgevoelig op bepaalde stoffen en wat kan iedereen zelf doen om zichzelf te beschermen?

Wat is een allergie?

Allergie is de verworven overgevoeligheid (overgevoeligheid) van het lichaam voor stoffen uit de leefomgeving. De allergische reacties zijn in feite normale immuunreacties, maar ze zijn verkeerd gericht.

De immuunsysteem kan dan geen onderscheid meer maken tussen schadelijke en onschadelijke stoffen en produceert bovendien te veel antilichamen, wat resulteert in een overmatige allergische reactie​ Het afweersysteem beschadigt dus zijn eigen lichaam. Elk nieuw contact met het allergeen (allergie-veroorzakende stof) zet deze reactie vervolgens weer in beweging.

De verdedigingsprocessen

Om te gaan met ongewenste en potentieel gevaarlijke indringers zoals virussen or bacteriënheeft het lichaam verschillende verdedigingsstrategieën. Een daarvan is om de indringers (= antigenen) mee te vangen antilichamen en maak ze vervolgens onschadelijk.

  • Antilichamen zijn eiwitten in de bloed dat het lichaam precies overeenkomt met het antigeen in kwestie. In een allergische reactiewordt het antigeen ook wel een allergeen genoemd. In de loop van het eerste contact worden de antistoffen eerst aangemaakt - verder gebeurt er verder niets. Aanvallers en verdedigers (de immuunsysteem) moeten elkaar als het ware eerst leren kennen.
  • Bij het tweede contact komt er echter een felle verdedigingsgolf binnen. De antilichamen circuleren niet alleen in de bloed, ze migreren ook naar de weefsels. In het lymfestelsel, in de slijmvliezen van de neus- en mond, in de luchtwegen en in de darmen komen ze een ander type afweercellen tegen, de mestcellen. Deze bevatten tal van korrels waarin boodschappersubstanties zoals histamine zijn opgeslagen. Op hun oppervlak dragen ze bindingsplaatsen voor antilichamen (receptoren). Er is ruimte voor maximaal 100,000 antilichamen op één mestcel. Een antilichaam lijkt op een ypsilon. Het heeft er een been en twee armen. De been bindt zich aan een mestcel, de armen vangen indringers (= antigenen) op en houden ze vast. Als twee antilichamen een en dezelfde indringer hebben gevangen, zodat deze als een brug tussen de twee antilichamen hangt, geeft de mestcel de boodschappersubstanties vrij die zijn opgeslagen in de korrels.
  • Deze boodschappers zijn behoorlijk agressief. Als ze uit de mestcellen komen in het omringende weefsel, veroorzaken ze daar kleine ontstekingen. tevens de bloed schepen verwijden. Afhankelijk van waar dit proces momenteel plaatsvindt, treden een breed scala aan symptomen op: jeuk, niezen, loopneus neus-, brandend, waterige ogen, huid reacties, enz ..