Sunscreen

Producten

Zonnebrandmiddelen zijn preparaten voor uitwendig gebruik die UV-filters (zonnefilters) als actieve ingrediënten bevatten. Ze zijn verkrijgbaar als crèmes, lotions, melk, gels, vloeistoffen, schuimen, sprays, oliën, lip balsems en vetsticks, onder anderen. Dit zijn over het algemeen cosmetica. In sommige landen zijn zonnefilters ook als geneesmiddel goedgekeurd. Welke filters zijn goedgekeurd, verschilt van land tot land. Zonnebrandmiddelen werden voor het eerst ontwikkeld in de late 19e en vroege 20e eeuw. De eerste bekende commerciële producten, zoals Ambre Solaire en Piz Buin, werden respectievelijk in de jaren dertig en veertig op de markt gebracht.

Structuur en eigenschappen

Er wordt onderscheid gemaakt tussen organische en anorganische UV-filters. Omdat één stof niet het hele spectrum bestrijkt, worden meerdere filters gecombineerd om de nodige bescherming te bereiken. Voorbeelden van organische ('chemische') filters (selectie):

  • anisotriazine
  • Avobenzone (butylmethoxydibenzoylmethaan)
  • Benzofenon-3, benzofenon-4, benzofenon-5
  • 3-benzylideenkamfer
  • Bisimidazylaat
  • Diethylaminohydroxybenzoylhexylbenzoaat
  • Drometrizol trisiloxaan
  • Ethylhexylmethoxycinnamaat
  • Ethylhexyltriazon
  • Octocryleen

Voorbeelden van anorganische ("fysieke", minerale) filters:

  • Titaandioxide (TiO2)
  • Zinkoxide (ZnO)

Overigens is de naam van fysieke filters niet helemaal correct, want de anorganische filters zijn ook chemische verbindingen. De organische filters zijn benzofenonen, anthranilaten, dibenzoylmethanen, PABA-derivaten, salicylaten, kaneelzuuresters en kamfer derivaten. De actieve ingrediënten zijn verwerkt in verschillende bases die de eigenschappen van het product bepalen. Extra antioxidanten worden vaak als adjuvantia toegevoegd. Ze zijn bedoeld om de schade veroorzaakt door UV-stralen in de huid.

Effecten

Zonnefilters absorberen, reflecteren en verspreiden zich UV straling, waardoor de schadelijke effecten op de huid, cellen, bindweefsel en genetisch materiaal. Ze zijn alleen effectief tegen UV-A (320-400 nm) of UV-B (290-320 nm) of tegen beide soorten straling. De filters kunnen de UV straling in onschadelijke hitte, bijvoorbeeld. De zonbeschermingsfactor (SPF “factor 30”, “factor 50”), die op de verpakking van de producten staat, verwijst naar UV-B straling. Het geeft aan hoeveel langer u in de zon kunt blijven voordat roodheid ontstaat. Een zelfbeschermingsperiode van 10 minuten kan worden verlengd tot 300 minuten met een factor 30. In het Engels heet de SPF SPF (Sun Protection Factor). Om deze factor te bereiken, moet er echter veel zonnebrandcrème worden aangebracht. Studies hebben aangetoond dat dit in de praktijk niet realistisch is. Daarom wordt de gespecificeerde zonbeschermingsfactor zelden bereikt.

Toepassingsgebieden

Om de huid van zon en UV straling. Om zonnebrand, vroegtijdige veroudering van de huid, ouderdomsvlekken en huidaandoeningen door straling te voorkomen:

  • Melanoma
  • Actinische keratose
  • Basaalcelcarcinoom
  • Spinalioom

Dosering

Volgens de gebruiksaanwijzing. Er moet voldoende zonnebrandcrème worden gebruikt en het middel moet gelijkmatig en zo veel mogelijk zonder gaten worden aangebracht. De middelen moeten vóór blootstelling aan de zon worden gebruikt. Zonnebrandmiddelen kunnen textiel verkleuren. Daarom moeten ze goed worden opgenomen. Zonnebrandmiddelen zijn beperkt water weerstand. Veel bescherming gaat niet alleen verloren bij zweten en baden, maar ook bij het afdrogen van de huid met een doek. Daarom moeten de producten meestal meerdere keren worden aangebracht om het effect te behouden. De totale beschermingstijd kan hierdoor echter niet worden verlengd. De houdbaarheid van de producten is beperkt. Na opening kunnen ze meestal gedurende ongeveer een jaar worden gebruikt.

Voorzorgsmaatregelen

  • Niet aanbrengen bij overgevoeligheid.
  • Vermijd contact met de ogen.
  • Gebruik voor de leeftijd geschikte producten.
  • Zonnebrandmiddelen bieden geen absolute bescherming tegen UV-straling.

Bijwerkingen

Zonnebrandmiddelen kunnen lokale huidreacties, huidirritatie en allergische reacties veroorzaken. De anorganische filters zink oxide en titaandioxide kan leiden tot een witte verkleuring van de huid en deze enigszins uitdrogen. Hoe fijner de deeltjes in het product zitten, hoe minder uitgesproken dit effect is. Bij moderne producten is het zogenaamde "witmakende effect" praktisch afwezig. De organische zonnefilters zijn niet zonder controverse, omdat effecten op het hormoonsysteem zijn aangetoond in laboratorium- en dierproeven (hormoonontregelaars). De autoriteiten beoordelen ze echter als veilig. Sommige stoffen kunnen ook foto-instabiel zijn, dwz ze kunnen onder invloed van UV-straling ontleden (bijv avobenzonedibenzoylmethanen). De anorganische filters zijn fotostabiel.