Wanneer mag Norvasc® niet worden gebruikt? | Norvasc

Wanneer mag Norvasc® niet worden gebruikt?

Zoals alle drugs, Norvasc® mag niet worden gebruikt bij allergie of intolerantie voor het actieve ingrediënt amlodipine of een stof in het medicijn is bekend. Norvasc® mag ook niet worden gebruikt als u een zeer lage bloeddruk heeft bloed druk voordat u het inneemt. Hetzelfde geldt voor de extreme vorm van laag bloed druk, de schokken waarin de hart- kan niet genoeg bloed rondpompen om het lichaam van voldoende bloed te voorzien.

Dit geldt ook expliciet als de oorzaak van de schokken is een hart- mislukking. Norvasc® mag niet worden ingenomen, zelfs niet als de uitstroom van bloed van het hart- wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld door een vernauwing van de klep tussen het hart en de aorta (aortaklep stenose). Dit komt doordat het hart veel harder moet werken om een ​​acceptabele druk achter de vernauwing te krijgen. Norvasc® mag niet worden ingenomen gedurende de eerste vier weken na een hartaanval​ Norvasc® mag niet worden ingenomen in geval van ernstige lever schade, omdat het medicijn in de lever wordt afgebroken.

Hoe wordt Norvasc gedoseerd?

U dient Norvasc® in principe in de door uw arts voorgeschreven dosering in te nemen. De gebruikelijke doseringen zijn echter als volgt: Als regel dient u in het begin 5 mg per dag in te nemen; Bovendien wordt eenmaal daags een tablet van 5 mg ingenomen. De dagelijkse dosis kan worden verhoogd tot het gewenste effect tot maximaal 10 mg per dag.

Bij kinderen van 6-17 jaar is de startdosis 2.5 mg per dag en kan worden verhoogd tot maximaal 5 mg per dag. In het geval van nier schade geen verlaging van de dosering is nodig. In lever schade moet de dosis zeer langzaam worden verhoogd. In gevallen van ernstige lever schade, mag Norvasc® helemaal niet worden ingenomen.

Wat zijn de bijwerkingen?

Alleen bijwerkingen die optreden bij minstens 1/1000 van de patiënten worden hier genoemd. Voor een volledige lijst verwijzen wij u naar de bijsluiter. Af en toe treden de volgende bijwerkingen op: De volgende bijwerkingen komen vaak voor:

  • Slapeloosheid
  • Stemmingswisselingen
  • Depressies
  • Beven
  • Smaakstoornissen
  • Flauwvallen op korte termijn
  • Oor geluiden
  • Zintuiglijke en visuele stoornissen
  • Kortademigheid
  • sniffles
  • Roodheid van de huid
  • Haaruitval
  • Snelle hartslag, dit kan ook als onaangenaam worden ervaren ("hartkloppingen")
  • Aanvallen van beklemming op de borst (angina pectoris)
  • Slaperigheid
  • oplichterij
  • Hoofdpijn
  • Gezwollen gewrichten
  • Vermoeidheid
  • Maagdarmklachten