Vormen van therapie | Ergotherapie

Vormen van therapie

Ergotherapie maakt in principe onderscheid tussen drie verschillende therapiemethoden, die echter vaak niet duidelijk van elkaar gescheiden zijn en elkaar aanvullen: Enkele bijzondere vormen van therapie zijn de vormgevingstherapie, de sensorische integratietherapie (hoofdtoepassingsgebied is aandacht stoornissen en ontwikkelingsachterstanden), de therapie volgens Affolter (vooral voor autistische kinderen die problemen hebben met het omgaan met en verwerken van hun omgeving), de Feldenkrais-methode (het trainen van beweging en coördinatie, soms door patiënten bewust te maken dat hun neuromusculaire vermogens altijd gerelateerd aan een mentale component) of het Perfetti Concept (vooral voor patiënten met neurologische gebreken, voor wie men tracht sommige bewegingen bij te scholen)

  • De competentiegerichte methode (hier worden bepaalde vaardigheden daadwerkelijk geoefend, gericht op het trainen van de grove en fijne motoriek en het (her) leren van bepaalde technieken en vaardigheden)
  • De expressiegerichte methode (gebruikmakend van creatieve processen waarmee de patiënt zichzelf kan uiten, communiceren en toegang krijgen tot de patiënt, inclusief muziek en schilderen)
  • De interactieve methode (waarbij de interactie van patiënten met andere leden van een groep van bijzonder belang is)

Functieomschrijving

Het beroep van ergotherapeut kan tegenwoordig zowel door een opleiding tot ergotherapeut als door studie worden verworven. Nog gebruikelijker is de opleiding tot ergotherapeut op een school voor ergotherapie. Deze opleiding omvat zowel praktische als theoretische onderdelen, duurt doorgaans drie jaar en wordt afgesloten met het examen voor de door de staat erkende ergotherapeut.