Voorbereiding | MRT van de schedel

Voorbereiding

Vóór het MRI-onderzoek moet de patiënt alle metalen voorwerpen en kleding verwijderen. Mogelijke risicofactoren, zoals kleding en sieraden die tijdens het onderzoek niet gedragen mogen worden, worden veelal toegelicht in een vragenlijst of door een arts of doktersassistent. Voor de opslag van alle voorwerpen en kledingstukken zijn ruimtes beschikbaar waar de (waardevolle) spullen veilig opgeborgen kunnen worden. De behandelende arts moet voor het onderzoek geïnformeerd worden over andere (niet verwijderbare) metalen voorwerpen (bv. Implantaten, piercings, tatoeages). Afhankelijk van het implantaat, de grootte en de lokalisatie is een MRI-beeldvorming wellicht niet mogelijk.

Procedure van de MRT

Het MRI-onderzoek van de schedel is doorgaans vergelijkbaar met andere MRI-onderzoeken. Om het hoofdwordt het in een spoel (een soort raster) geplaatst om de radiogolven te ontvangen die nodig zijn voor beeldvorming. tevens de hoofd wordt gestabiliseerd met kussens en speciale steunen.

De patiënt wordt geduwd hoofd eerst in de MRI-buis. Tijdens het onderzoek bevinden het hoofd en het bovenlichaam zich in de buis, terwijl de benen meestal buiten zijn. Tijdens het beeldvormingsproces mag de patiënt zo mogelijk niet bewegen om beelden van hoge kwaliteit te garanderen.

De patiënt krijgt meestal een koptelefoon (soms met muziek), omdat het onderzoek erg luid is (hard kloppen). Afhankelijk van het probleem kan toediening van contrastmiddel nodig zijn. In dit geval is er na een eerste beeldvorming zonder contrastmiddel een korte pauze waarin de patiënt het contrastmiddel krijgt toegediend. Het MRI-onderzoek wordt vervolgens opnieuw uitgevoerd.

Bevindingen

Vaak worden de beelden tijdens het onderzoek al beoordeeld en geanalyseerd door een radioloog. De bevindingen kunnen in een gesprek na het onderzoek aan de patiënt worden meegedeeld. Vaak krijgt de patiënt ook een cd met de opgenomen beelden. In sommige gevallen kan het echter nodig zijn om de bevindingen te bespreken met de arts die de beeldvorming heeft besteld (bijvoorbeeld huisarts, orthopeed). In dat geval worden de beelden bij het rapport doorgaans binnen één dag naar de verwijzer gestuurd.