Therapie van ziekten in het bloed

Introductie

De therapie van hematologische ziekten / aandoeningen in de bloed kan enerzijds heel eenvoudig zijn, maar anderzijds ook heel complex. In de context van ijzertekort bloedarmoede, ijzer wordt bijvoorbeeld vervangen om het tekort te elimineren en zo de natuurlijke vorming van hemoglobine te ondersteunen. Vitaminetekorten kunnen ook worden verholpen door substitutietherapie, waardoor bloedarmoede wordt verminderd.

Daarentegen kan de therapie van complexe hematologische ziekten zoals leukemie en lymfomen worden gebruikt. Voor bloed ziekten worden voornamelijk chemotherapeutische middelen gebruikt, die vaak worden toegepast in de vorm van zeer complexe regimes die precies specificeren wanneer en hoeveel van welk chemotherapeutisch middel moet worden gegeven. Deze regimes worden wetenschappelijk getest in klinische onderzoeken en dienen om het best mogelijke therapeutische succes te bereiken.

Zo'n therapieschema bestaat uit een aantal chemotherapeutische middelen die verschillende werkingsmechanismen hebben en elkaar daarom aanvullen. Deze vorm van chemotherapie wordt ook wel polychemotherapie genoemd. Chemotherapeutica zijn medicijnen die ingrijpen in de natuurlijke celgroei en deze op verschillende manieren onderbreken.

Het doel van chemotherapie is natuurlijk om de te genezen kanker/ tumor, maar vooral ook om het en zijn groei te stoppen. Chemotherapie vernietigt niet alleen de kankercellen, maar ook het gezonde lichaamsweefsel, waardoor het groeit:

  • Haaruitval Ziekten maagdarmkanaal (interne geneeskunde)
  • Gastro-intestinale stoornissen,
  • Nierbeschadiging
  • Hartschade
  • Lever schade
  • En er kan nog veel meer komen. Met name, bloed vorming is aangetast, wat kan leiden tot globaal beenmerg insufficiëntie.

Dit betekent dat ook de vorming van gezonde immuuncellen wordt geremd, wat kan leiden tot ernstige infecties. In veel gevallen vereist deze immunosuppressie een ondersteunende antibioticumtherapie om mogelijk te doden kiemen. De therapie van leukemie kan in sommige gevallen worden aangevuld met een beenmerg transplantatie.

Beenmerg transplantatie is een curatieve therapeutische benadering die tot doel heeft de normale bloedvorming te herstellen. Hiervoor worden eigen of externe donaties gebruikt, die als transplantatie dienen. Omdat bij het autologe transplantaat nog leukemiecellen aanwezig zijn, moeten ze eerst worden bestraald of voorbehandeld om terugval te voorkomen.

In het geval van een buitenlandse donatie moet er speciaal op worden gelet dat de celeigenschappen van de donor en ontvanger in hoge mate overeenkomen, zodat de kans op een afwijzingsreactie wordt geminimaliseerd. In het kader van lymfoom therapie wordt bestralingstherapie soms ook gebruikt om de tumor verder te vernietigen en vooral om tumorvergroting te voorkomen. Hier zou men spreken van een gecombineerde radiochemotherapie.

In de regel is het verloop van chemotherapie is gebaseerd op een vast schema. Het begint meestal met de zogenaamde inductietherapie. Inductietherapie dient om de tumorcellen snel en effectief te vernietigen.

Als dit effectief was, wordt het voortgezet met consolidatietherapie om terugkeer van de tumor te voorkomen. In sommige gevallen moet inductietherapie meerdere keren worden uitgevoerd om het gewenste effect te bereiken. Bovendien kan de intensiteit van de chemotherapie worden gevarieerd, waarbij vaak hogere concentraties van de chemotherapeutische middelen worden gebruikt.

Herhaling is de term die wordt gebruikt om het terugkeren van een tumorziekte te beschrijven. De hematoloog / oncoloog maakt onderscheid tussen verschillende soorten recidieven, waardoor hij het verloop van de tumor beter kan observeren en eventueel tijdig opnieuw met chemotherapie kan beginnen. Hoe eerder een herhaling wordt gedetecteerd, hoe groter de kans dat de recidiverende succesvol wordt behandeld kanker.

Al met al is chemotherapie erg belastend voor de patiënt. De bijwerkingen van chemotherapie zijn vaak zeer ernstig en leiden tot een ernstige vermindering van de kwaliteit van leven. Het is belangrijk dat patiënt en arts het eens zijn over de verdere procedure en dat er in het belang van de patiënt een gezamenlijke beslissing wordt genomen.