Therapie | Lymfeklierkanker

Therapie

In Hodgkin-lymfoomis de therapiebenadering altijd een genezing van de ziekte en een eliminatie van de tumorcellen binnen drie maanden. De therapie is altijd gebaseerd op chemotherapie en straling. In fasen I en II, twee cycli van chemotherapie met vier stoffen (ABVD-schema) worden gelijktijdig uitgevoerd met lokale straling van de weefselvocht knooppunten.

Indien bepaalde risicofactoren aanwezig zijn, worden naast bestraling eerst twee cycli van een andere combinatie van 6 chemotherapeutica (BEACOPP-schema) gegeven, gevolgd door twee cycli van het ABVD-schema. Als er een grote tumor is in het thoracale gebied of een stadium III of IV volgens Ann-Arbor, wordt de behandeling eerst gegeven met 6 cycli van het BEACOPP-regime vóór bestraling en vervolgens wordt het resterende tumorweefsel bestraald. Het BEACOPP-regime mag echter niet worden gebruikt bij patiënten ouder dan zestig jaar.

In de groep van non-Hodgkin-lymfomen wordt onderscheid gemaakt tussen hoog- en laag-maligne typen, dat wil zeggen naar hoe kwaadaardig het respectieve subtype van weefselvocht klier kanker is. Laag maligne stadium I en II niet-Hodgkin-lymfoom kan alleen worden genezen door straling. In stadium III en IV van laag kwaadaardig lymfoom, kan worden aangenomen dat de weefselvocht klier kanker is al over het hele lichaam verspreid, zodat het therapiedoel alleen is om de symptomen te verlichten en de kwaliteit van leven te verbeteren.

Dit wordt beheerd door active Grensverkeer van de kankerof chemotherapie kan worden gegeven. Dit is vaak niet erg effectief omdat de laag maligne vormen zich maar langzaam delen en dus geen goed doelwit bieden voor chemotherapie. Zeer kwaadaardige non-Hodgkin-lymfomen worden in alle stadia behandeld met chemotherapie die uit vier verschillende stoffen bestaat (CHOP-regime). Het therapeutische doel is hier altijd genezing. Enkele speciale subtypen van lymfeklierkanker worden opnieuw behandeld met andere therapieregimes, zoals primaire cerebrale lymfoom, chronische lymfatische leukemie en multipel myeloom.