Sprak: structuur, functie en ziekten

De straal (Latijnse straal) is de naam die wordt gegeven aan een bot van de onderarm​ De straal bevindt zich aan de duimzijde en is sterker dan de tegenoverliggende ellepijp bij zoogdieren. De straal is een buisvormig bot.

Wat is een straal?

Anatomisch diagram dat de buitenwaartse en binnenwaartse rotatie van de onderarm​ Klik om te vergroten. De straal is een buisvormig bot in de onderarm dat wordt in Duitstalige landen vaak de straal genoemd. Aangenomen wordt dat deze naam is gebaseerd op de gelijkenis van de straal met de spaak van een wagenwiel. Het buisvormige bot is verbonden met de bovenarm en strekt zich uit naar de botten van de carpus (lat. Ossa carpalia). De straal is, net als bijna elk ander lang bot van een mens, verdeeld in drie secties: de hoofd van de straal, die samenkomt met de opperarmbeen (caput radii), de nek van de straal (collum stralen) die erop volgt, en de schacht of het lichaam van de straal (corpus stralen).

Anatomie en structuur

De straal is in anatomie verdeeld in drie secties. Het bestaat uit de radiaal hoofd, de radiale nek, en het radiale lichaam of de as. Het bovenste uiteinde van de straal is gericht naar het midden van het lichaam en vertegenwoordigt dus het proximale (near-body) uiteinde van de straal (de epifyse proximalis radii genoemd). De hoofd van de straal valt onder kraakbeen en werkt hier als een wiel dat op de nek van de straal. Op het gewrichtsoppervlak van de radiushals, op de kruising met de opperarmbeenis er een inkeping (fovea capitis radii genaamd) bedoeld voor de humeruskop (lat. capitulum humeri). Boven deze inkeping bevindt zich een deelgewricht (de articulatio humeroradialis), dat behoort tot het ellebooggewricht (articulatio cubiti). De kop van de straal wordt echter ook omsloten door een coronair gewrichtsoppervlak (circumferentia articularis), dat een mobiele verbinding met de ellepijp verschaft. Het middelste deel van de straal wordt de spaak schacht of spaaklichaam. Dit deel vormt samen met de ellepijp een eenheid die de functie van de onderarm beïnvloedt. Dit blijkt ook uit het feit dat deze twee botten zijn op verschillende manieren gekoppeld en dus verbonden. Ze hebben een proximale, maar ook een distale beweegbare verbinding met elkaar. Bovendien overspant een stabiel ligament zich tussen de twee botten (de membrana interossea antebrachii), die zich bijna door de hele onderarm uitstrekt. Dit ligament is ook bekend als de ligamenteuze binding en zorgt voor een strakke tractie door de arm, afkomstig uit de straal en vormt een soort rand (margo interosseus) naar de ellepijp. Deze rand is zelfs voelbaar door de huid​ Twee andere randen bevinden zich aan de voorkant (margo anterior) en aan de achterkant (margo posterior) van de straal. De achterste marge is echter niet zo scherp en daarom niet zo voelbaar, omdat er minder tractie op zit. De straal wordt vanaf het midden van het lichaam gestaag breder, zodat het onderste uiteinde een gewrichtsoppervlak heeft voor de carpale botten (ossa carpi). Hier steekt een benig uitsteeksel voor de carpus ook lateraal uit. Dit uitsteeksel is in de geneeskunde bekend als het styloïde proces (Lat. Processus styloideus radii). Dit is waar de spier van de straal van de bovenarm (de brachioradialis-spier) zich hecht. Het distale uiteinde van de radius (de epiphysis distalis radii genoemd) heeft ook een inkeping (lat. Incisura ulnaris), die samen met de ellepijp het distale radius-ellepijpgewricht vormt.

Functie en taken

De straal heeft twee belangrijke functies en dus taken: Ten eerste vertegenwoordigt het een deel van de pols gewricht. Het beïnvloedt dus ook het bewegingsapparaat van de laatste. Anderzijds behoort de radius tot het ellebooggewricht en zorgt hier ook hier proportioneel voor dat deze binnen het bekende raamwerk verplaatsbaar is. Overkoepelend is het spaak vertegenwoordigt eerder een verbinding van de bovenarm met de pols en ondersteunt de pols en het ellebooggewricht alleen bij hun taken.

Ziekten en klachten

De meest voorkomende soorten letsel en ziekte die de straal kunnen beïnvloeden, zijn a breuk​ Beide treden meestal op als gevolg van een trauma veroorzaakt door een ongeval of een andere externe impact. Bij oudere mensen of mensen met een ziekte van de botstof kan a breuk van de straal kan ook worden veroorzaakt door slijtage. Bovendien wordt de straal meestal ook beïnvloed wanneer de tegenoverliggende ellepijp lijdt aan een breuk Dit komt doordat beide botten elkaar gedeeltelijk stabiliseren en alleen samen hun volledige functie kunnen vervullen. Een breuk of breuk van de straal wordt meestal gedurende enkele weken gestabiliseerd door een gipsverband of spalk, zodat het bot kan genezen. Ook kan de straal ook worden beïnvloed door een Essex-Lopresti-blessure of door een subluxatie van de radiale kop. Een subluxatie van een radiale kop is een gewrichtsblokkade, maar treft meestal kinderen. Een Essex-Lopresti-blessure is een uiterst zeldzame combinatie van verwondingen aan de arm die meestal ook de ellepijp en de radiale kop aantast. Nogmaals, ernstig trauma is vaak de oorzaak. Het genezingsproces is echter ingewikkelder en langduriger. Vaak moeten delen van het hoofd operatief worden hersteld om de functie van de straal en het aangetaste gewricht te herstellen.