De diagnose dyspareunie wordt meestal gesteld op basis van de medische geschiedenis en fysiek onderzoek.
Laboratoriumparameters van de 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, enz. - voor differentiële diagnostische verduidelijking
- Klein aantal bloedcellen
- Ontstekingsparameters - CRP (C-reactief proteïne) of ESR (bezinkingssnelheid van erytrocyten).
- Urinestatus (snelle test voor: nitriet, proteïne, hemoglobine, erytrocyten, leukocyten) incl. sediment, indien nodig urinekweek (detectie van pathogenen en resistogram, dat wil zeggen, testen van geschikt antibiotica voor gevoeligheid / weerstand).
- Urethraal wattenstaafje (urethraal wattenstaafje) voor pathogenen - als urethritis (urethritis) wordt vermoed.
- Bacterie en schimmels, mogelijk mycoplasma, Ureaplasma urealyticum en Chlamydia trachomatis en Neisseria gonorrhoeae; indien nodig ook DNA-detectie van Chlamydia trachomatis (Chlamydia trochmatis-PCR) of DNA-detectie van Neisseria gonorrhoeae (Go-PCR, gonokokken-PCR).
- Zwangerschaptest (kwantitatieve HCG).
- 17-Beta-estradiol (vrouwelijk geslachtshormoon).
- FSH (follikelstimulerend hormoon).