Pijn aan de pols

Pols pijn (synoniem: polsgewrichtspijn; ICD-10-GM M25.53: gewrichtspijn: onderarm) is een veel voorkomende klacht die vele oorzaken kan hebben.

Anatomisch en functioneel beïnvloed door de pols zijn:

  • Verbinding tussen de onderarm en proximale carpus (articulatio radiocarpalis) en de articulaire verbinding tussen de proximale en distale rij carpaal botten (articulatio mediocarpalis).
  • Ligamenten tussen de onderarmbeenderen en de carpale botten, tussen de carpale botten en tussen de carpale botten en de middenhandsbeentjes

De articulatio radiocarpalis (gewricht tussen de onderarm en proximale carpus) is een eigeelgewricht; hierdoor zijn twee verschillende bewegingsvlakken mogelijk:

  • Palmarflexie (flexie van de hand naar de palm) en dorsale extensie (extensie van de hand naar het dorsale gedeelte van de hand).
  • Radial ontvoering (laterale verplaatsing van de hand in de richting van de radius) en ulnaire abductie (laterale verplaatsing van de hand in de richting van de ellepijp).

Pols pijn kan een symptoom zijn van vele ziekten (zie onder “Differentiële diagnoses”).

Verloop en prognose: Vaak verdwijnen de klachten spontaan (vanzelf). Ze kunnen echter ook vaker en regelmatiger voorkomen, zodat een bezoek aan de dokter noodzakelijk wordt. Pols pijn kan de patiënt zodanig beperken dat alledaagse activiteiten, zoals het dragen van een map, pijnlijk worden. Als de oorzaak van de polspijn is gevonden en behandeld, fysiotherapie (bijv. herstellende gymnastiek therapie om de gewrichtsfunctie te bevorderen en te behouden) kan worden gebruikt om herhaling (herhaling van de voorwaarde).