Patella: structuur, functie en ziekten

De functionaliteit van gewrichtsbewegingen verloopt niet zo eenvoudig als het normaal lijkt in het dagelijks leven. Met betrekking tot de kniegewricht, de natuur nam zijn toevlucht tot een truc om de spierbewegingen van de dij​ Van daaruit zet het een extra bot op dat op een glijdende manier beweegt: het knieschijf.

Wat is de knieschijf?

De knieschijf is een bot dat zowel schijfvormig als rond driehoekig van vorm is en voor de kniegewricht​ In technische taal wordt het ook wel de patella genoemd. Wanneer de kniegewricht is gebogen, de spieren van de voorkant dij kracht moet uitoefenen op de onderste been​ Hiervoor heeft het kniegewricht een soort spacer nodig, waarvan de functie wordt overgenomen door de knieschijf en fungeert dus als een force redirector. Doordat de knieschijf in een schuifgroef is ingebed en dus beweegbaar is, zit hij ook losjes over het kniegewricht, dat wil zeggen dat hij gemakkelijk van buitenaf kan worden verplaatst. Hierdoor is de knieschijf erg delicaat en daarom bijzonder kwetsbaar voor letsel en breuk.

Anatomie en structuur

De bevestiging van de knieschijf zit aan de bovenzijde van de dij spier en aan de onderkant van de pees op het scheenbeen. Omdat een pees echter altijd met een spier moet worden geassocieerd, is de patellapees geen pees volgens de professionele definitie, maar eerder een ligament dat de patella met het scheenbeen verbindt. Om beweging van de patellapees te kunnen garanderen tijdens krachtoverbrenging van de dijbeenspieren, is deze ingebed in een schuifgroef waarin deze tijdens het buigen heen en weer kan glijden. stretching van de been​ Er is een laag van kraakbeen op het achterste oppervlak.

Functie en taak

Om de kracht van de dijspieren op het scheenbeen te laten werken, is een beweegbare afstandhouder nodig om de been helemaal mogelijk. De patella neemt deze functie over en kan in zijn glijgroef ongeveer 10 cm verschuiven. Daarbij dient het als een hefboomarm om de benodigde kracht te verminderen. Het is dus een fysieke krachtregelaar en vergroot de afstand van de krachtvector van de voorste dijspier vanaf het rotatiecentrum van het kniegewricht. Omdat de patella in een pees is ingebed en daarvoor als een verlengde hefboomarm fungeert, wordt dit vaak het sesambeenbeen genoemd. Bovendien beschermt de patella de pees, die afkomstig is van de dijbeenspieren, tegen beschadiging door overmatige drukbelastingen. Om de knieschijf überhaupt te laten glijden, zijn er twee bursae bij het kniegewricht om de druk en wrijving tussen de pees, spier, bot en huid.

Ziekten en kwalen

Een veel voorkomende klacht van de knieschijf is patellaire dislocatie, waar deze uit zijn glijbaan is gesprongen. Hierdoor kunnen de kapselbanden worden gescheurd. Als de knieschijf eenmaal uit zijn glijpad is gesprongen, bestaat het risico dat dit keer op keer kan gebeuren. Een veel voorkomende ziekte van de knieschijf is patella osteoartritis​ De oorzaken van deze ziekte zijn meestal constitutioneel, bijvoorbeeld wanneer de knieschijf verkeerd is geplaatst, de kraakbeen is van slechte kwaliteit, of er zijn algemene beenmisstellingen (knikkende knieën, gebogen benen). Als de patella te ver in de glijgroef uitloopt, wordt dit patal lateralisatie genoemd, wat leidt tot een asymmetrische belasting van de patella. Oorzaken kunnen een verkeerde positie zijn van de glijgroef of de patella zelf of spierzwakte. Bij kinderen en adolescenten kan groeigerelateerde overbelasting van de patella optreden, die op volwassen leeftijd weer afneemt en kan leiden tot ongemak, vooral bij het traplopen. Bovendien kan een van de bursae bij het kniegewricht ontstoken raken door een huid letsel, dat kan leiden tot een knie-infectie of zelfs bloed vergiftiging. In dit geval moet de aangetaste slijmbeurs worden verwijderd. Atleten hebben vaak last van overbelasting van de pees waarin de knieschijf is ingebracht, wat kan leiden tot degeneratieve ziekte van de knieschijf. Als er externe kracht op de knieschijf wordt uitgeoefend, kan dit een breukwat bijvoorbeeld kan leiden tot gevolgschade van de knieschijf die gemakkelijker uit de glijbaan springt, wat vervolgens keer op keer kan gebeuren.