Pariëtale osteopathie

Synoniemen

Grieks: osteon = bot en pathos = lijden, synoniemen van ziekte: manuele geneeskunde / therapie, manuele therapie, chirotherapie, chiropractie

Introductie

All in all, osteopathie is een samenhangend medisch systeem dat de principes van toegepaste anatomie, fysiologie en pathologie volgt. Het is in principe verdeeld in 3 delen: pariëtaal, visceraal en craniaal osteopathie​ Pariëtaal osteopathie is het oudste onderdeel van osteopathie en wordt beschouwd als de basis of hoeksteen van osteopathische behandeling.

Pariëtale osteopathie behandelt pathologische veranderingen van het bewegingsapparaat. Dit omvat alles wat embryonaal is voortgekomen uit de derde kiemschijf: spieren, botten, bindweefsel, gewrichten, pezen en ligamenten. In 1874 presenteerde de Amerikaanse arts Andrew Taylor Still MD (1828 - 1917) voor het eerst zijn filosofie en praktijk van manuele behandeling.

Zijn teleurstelling over de geneeskunde die op dat moment werd beoefend, leidde tot de creatie van een nieuw medisch concept, dat hij ‘osteopathische geneeskunde’ noemde. Pariëtale osteopathie, waaruit manuele therapie en chiropractie zijn ontstaan, ziet de wervelkolom en de gewrichten van de extremiteiten als bronnen van verstoring van normale lichaams- en bewegingsfuncties. Het doel van pariëtale osteopathie is om verkeerde posities van een gewricht te corrigeren door verschillende manuele technieken te kiezen. Dit zou het lichaam de mogelijkheid moeten geven tot homeostase (= compensatie). Dit maakt het mogelijk om bedauwde maar ook decennia oude “dislocaties” veroorzaakt door ongevallen, verdraaien of sportverwondingen.

Symptomen

Er zijn veel voorbeelden van toepassingen voor pariëtale osteopathie:

  • Pijn van het bewegingsapparaat
  • Bewegingsbeperkingen van de wervelkolom / rugpijn
  • Problemen met tussenwervelschijven (die bijvoorbeeld ischias en lumbago veroorzaken)
  • Pijn van de lumbale wervelkolom en ilio-sacrale gelei
  • Houdingsschade aan de heupen en wervelkolom (bijvoorbeeld als gevolg van bekkenafwijking, heupaandoeningen)
  • Schouder- en armsyndroom
  • Pijn in de knie- en enkelgewrichten
  • Compenserende ondersteuning voor degeneratieve ziekten
  • Ondersteunende behandeling van systemische orgaanaandoeningen
  • Nazorg van fracturen, operatielittekens
  • Behandeling van de gevolgen van een ongeval (bijv. Whiplash)
  • Sportblessures (verstuikingen en ontwrichtingen)
  • Nekspanningen
  • Aandoeningen van het kaakgewricht, ook begeleidende orthodontische corrigerende maatregelen
  • Groeimisvormingen (bijv. Bochel, laterale afbuiging van de wervelkolom)
  • Pijn in de gewrichten (bijv. artrose)
  • Draaihals bij zuigelingen