Misselijkheid | Bijwerkingen van Wobenzym®.

Misselijkheid

Hoewel het onderliggende mechanisme nog niet bekend is, misselijkheid komt voor bij sommige patiënten, vooral aan het begin van de Wobenzym®-therapie. De misselijkheid is meestal niet te uitgesproken en gaat niet gepaard met braken. Het houdt echter vaak bijna de hele dag aan en vormt daarom op de lange termijn nog steeds een aanzienlijke psychologische belasting voor de getroffenen. De misselijkheid kan worden behandeld met dimenhydrinaat (Vomex®), aangezien er tot op heden geen meldingen zijn van interacties tussen dit actieve ingrediënt en Wobenzym®. In veel gevallen verdwijnt de misselijkheid echter vanzelf na een bepaalde periode van acclimatisatie (enkele weken).

Diarree

Een paar patiënten ontwikkelen zich diarree in de beginfase van Wobenzym®-therapie. De exacte mechanismen voor deze verbinding zijn nog niet geïdentificeerd, maar er wordt aangenomen dat de enzymen opgenomen in het preparaat verhogen de darmactiviteit. Volgens de huidige kennis is er geen reden waarom patiënten dit niet zouden moeten doen loperamide te verlichten diarree in deze gevallen. Diarree verbetert echter vaak al binnen een paar dagen en verdwijnt vaak na één tot twee weken volledig en permanent.

Allergie

Hoewel deze waarneming biologisch en farmacologisch nog niet nauwkeurig kan worden verklaard, resulteert het gebruik van Wobenzym® in een vermindering van de bloedhet vermogen om te stollen bij sommige patiënten. Om deze reden is voorzichtigheid geboden bij patiënten die al regelmatig anticoagulantia (bijv. Marcumar) of plaatjesaggregatieremmers (bijv. ASA of clopidogrel). In deze gevallen moet indien mogelijk worden gestart met de kleinst mogelijke dosis Wobenzym® en moeten de stollingsparameters regelmatig worden gecontroleerd tijdens de eerste dagen en weken van de behandeling om bloedingen te voorkomen.

Verandering van de toestand van de ontlasting

Waarschijnlijk de meest frequent waargenomen bijwerking van Wobenzym®-therapie is een verandering in de samenstelling van de ontlasting. De ontlasting van de getroffen personen is vaak zachter en bleker, en ze klagen ook over ongewoon frequente stoelgang. Hoewel het laatste aspect meestal kan worden verlicht door middelen tegen diarree (bijv loperamide), deze veranderen de ongebruikelijke ontlasting niet voorwaarde. Het is daarom meestal alleen nodig om de onschadelijkheid van deze veranderingen te overwegen en de eerste paar dagen en weken te wachten, aangezien de ontlasting na deze periode meestal vanzelf weer normaal wordt.