Kunstmatige hartkleppen

Introductie

Een kunstmatige hart- ventiel wordt gegeven aan patiënten bij wie de eigen ventiel op het hart zo defect is dat het zijn functie niet meer voldoende kan vervullen. Voor de hart- om de bloed in het lichaam is het belangrijk dat de kleppen goed openen en sluiten zodat het bloed verder getransporteerd kan worden. Er zijn in wezen twee verschillende klepaandoeningen, stenose en insufficiëntie genoemd.

Bij klepstenose, a hart- klep kan niet goed openen en niet genoeg bloed kan erdoorheen stromen, waardoor het bloed in het gebied voor de klep stuwt. Bij een tekort is het precies het tegenovergestelde. De hartklep sluit niet goed.

Het voorkomt niet langer het bloed van terugvloeien. Dus, afhankelijk van de ernst van de insufficiëntie, kan bloed terugstromen in de richting waar het vandaan kwam. Dit leidt ook tot een verhoogd bloedvolume voor de klep.

Dus als een hartklep niet meer goed functioneert, staan ​​bepaalde delen van het hart gedurende langere tijd onder druk. Deze stress betekent dat het hart het bloed niet meer effectief kan pompen, wat kan leiden tot hartfalen. Deze hartinsufficiëntie, ook wel hartfalen, kan in het begin met medicatie worden behandeld. Als medicatie echter niet meer voldoende is, is de installatie van een kunsthartklep noodzakelijk.

Hoe lang gaat een kunstmatige hartklep mee?

Een veelgestelde vraag die patiënten zichzelf stellen als ze een kunstmatige hartklep krijgen, is “hoe lang gaat het mee? Het eerste dat u moet weten, is dat er verschillende soorten kunstmatig zijn hartkleppen. Enerzijds zijn er de mechanische hartkleppen gemaakt van metaal, aan de andere kant zijn er biologische kleppen.

De biologische klep daarentegen is gemaakt van dierlijk materiaal, dat vaak afkomstig is van varkens, of als een menselijke klep, die afkomstig is van dode donoren, ook wel "homologe klepvervanging" genoemd. De mogelijkheid van een menselijke donatie is momenteel echter zeer zeldzaam. De meeste biologische kleppen die bij mensen worden gebruikt, zijn daarom afkomstig van varkens.

Over het algemeen kan dat mechanisch worden gezegd hartkleppen gaan veel langer mee dan biologische kleppen. Dit is een groot voordeel, aangezien door de lange levensduur wellicht een tweede hartoperatie kan worden voorkomen. Mechanische hartkleppen kunnen tientallen jaren meegaan.

Zo'n hartklep kan in principe zelfs een leven lang meegaan. De kortere levensduur is daarentegen een nadeel van biologische kleppen. Biologische hartkleppen gaan gemiddeld maar 10-15 jaar mee.

Omdat ze, net als menselijk weefsel, ook onderhevig zijn aan verouderingsprocessen zoals verkalking, zijn ze slechts gedurende een beperkte periode volledig functioneel. Jongere patiënten verouderen veel sneller en daardoor verslechtert de klepfunctie. Daarom is een selectiecriterium voor de klep de leeftijd van de getroffen patiënt. Bij oudere patiënten (ouder dan 75 jaar) neigt men waarschijnlijk meer naar een biologische hartklep. Bij jongere patiënten zou men echter geneigd zijn om een ​​mechanische klep te kiezen om het risico van een tweede operatie te vermijden.