Kamspier (M. pectineus)

Synoniemen

Latijn: Musculus pectineus

Definitie

De kamspier behoort tot de adductorgroep van de dij. Het bevindt zich in het midden bovenaan dij en loopt ongeveer vanaf het voorste middenbekken (schaambeen) naar het bovenste binnenbeen van het dijbeen. Als de spier samentrekt, trekt hij de dij naar het midden van het lichaam, dat wordt genoemd adductie, maar het kan het ook buigen, wat flexie in de heup gewricht.

Geschiedenis

Embouchure: “Lijn van de borstspier” op het bovenste binnenbeen van het dijbeen (Linea pectinea femoris) Oorsprong: Schaambeen Innervatie: N. femoralis en N. obturatorius (L2, L3)

Functie

De richting van het spierverloop kan worden samengevat vanaf midden bovenaan (schaambeen) naar beneden buiten terug (bevestiging aan het dijbeen). Als de spier samentrekt, kan hij dus drie verschillende functies vervullen: Door de lichte neerwaartse beweging van de spier kan hij het bovenbeen optillen, bijvoorbeeld bij het staan. Dit staat bekend als flexie in de heup gewricht.

Omdat de spier voornamelijk vanuit het midden van het lichaam naar buiten loopt, is zijn hoofdfunctie adductie. Het is daardoor in staat om de dij naar het midden van het lichaam te trekken. Ten slotte kan de spier, door zijn licht retrograde verloop (van voor naar achter), het bovenbeen naar buiten draaien. Stel je het volgende voor: je pakt de achterkant van je rechter bovenarm vast met je linkerhand en trekt. De rechterarm zal dan naar buiten draaien.

Veelvoorkomende ziektes

Overbelasting kan leiden tot de typische spierblessures zoals verrekte spieren, gescheurde spier vezels of volledige spierbreuk, vooral bij atleten. Ook kunnen (pees) irritaties optreden. Vooral voetballers klagen vaak over "Adductor-stam“, Die onder meer de kamspier kunnen aantasten.

Versterken en strekken

Er zijn twee manieren om de binnenkant van de dij en dus de kamspier te strekken. De atleet staat met ongeveer de dubbele schouderbreedte (spreidstap) en de tenen wijzen naar voren. Het lichaamsgewicht wordt nu naar één kant verschoven, zodat de been van de te strekken zijde wordt ongeveer doorgetrokken, terwijl het andere been in de kniegewricht.

Het bovenlichaam moet zo recht mogelijk worden gehouden. De tweede variant doe je zittend. De zolen van beide voeten raken elkaar terwijl de knie gewrichten worden naar de vloer gedrukt.

Het versterken van de borstspier kan in de sportschool worden gedaan op speciale machines (“adductoren machine“). Hier de been wordt naar binnen geleid tegen een contragewicht of weerstand. Synergisten: lange en korte adductor (Mm. Adductores longus et brevis), grote adductor (M. adductor magnus), slanke spier (M. gracilis) Antagonisten: dijbeenspier (M. tensor fasciae latae), kleine en middelgrote gluteusspier (Mm . gluteus minimus et medius)