Hoe onderscheid je het Korsakow-syndroom van dementie? | Korsakov-syndroom

Hoe onderscheid je het Korsakow-syndroom van dementie?

Het Korsakow-syndroom wordt over het algemeen toegewezen aan de zogenaamde anamnestische syndromen en niet aan de vorm van dementie. Terwijl de duidelijke afname in geheugen en desoriëntatie kunnen ook tekenen zijn van dementieverschillen de twee groepen ziekten aanzienlijk op andere aspecten.

  • Anamnestische syndromen, zoals het Korsakow-syndroom, worden gekenmerkt door een afname geheugen capaciteit. Ernstige beperkingen van sommige cognitieve vaardigheden worden echter zelden gevonden, zoals het geval is bij bepaalde vormen van dementie.
  • Onderscheid maken tussen de anamnestische syndromen en dementieziekten is vooral belangrijk voor het plannen van verdere therapie, aangezien patiënten bij het Korsakow-syndroom veel cognitieve functies tot op zekere hoogte kunnen verbeteren door middel van passende training.

Dit zijn de symptomen van een Korsakow-syndroom

Het symptoomspectrum van het Korsakov-syndroom omvat een aantal verschillende neurologische en psychologische symptomen, die relatief specifiek zijn voor dit klinische beeld in hun opstelling. Naast de geheugen stoornis zijn er een aantal andere symptomen. Patiënten vertonen bijvoorbeeld vaak een gebrek aan drive en verminderde emotionele trillingen, wat zelfs kan leiden tot de diagnose van Depressie.

Oriëntatiestoornissen, slaapstoornissen en vermoeidheid kunnen ook voorkomen. Het is niet ongebruikelijk dat getroffenen klagen over zogenaamde polyneuropathieën, gevoelige gevoelens die zo ver kunnen gaan als ernstig pijn, en zijn meestal te wijten aan overmatig alcoholgebruik.

  • Het belangrijkste symptoom van de ziekte is een uitgesproken geheugenstoornis (geheugenverlies).

    In het bijzonder is het vermogen om nieuwe inhoud te onthouden aangetast, wat anterograde wordt genoemd geheugenverlies. Daardoor herinneren getroffen personen zich vaak niet meer wat ze zojuist hebben gezegd of waarom ze net zijn opgestaan. Tijdens het gesprek wordt vaak een onbewuste poging gedaan om de geheugenleemtes op te vullen met verzonnen inhoud. Dit wordt "confabulatie" genoemd. Hoewel dit feit vaak snel duidelijk is voor buitenstaanders, hebben de getroffenen zelf meestal weinig inzicht in hun geheugenstoornis.

  • Bovendien, hoewel veel zwakker, kan het ophalen van reeds opgeslagen geheugeninhoud ook worden verstoord (retrograde geheugenverlies), zoals bij velen het geval is vormen van dementie.