De diagnose van hielspoor kan doorgaans met zekerheid worden vastgesteld door middel van de medische geschiedenis en fysiek onderzoek Radiografische diagnose is alleen vereist in gevallen die ongevoelig zijn voor therapie.
optioneel diagnostiek van medische apparatuur - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, laboratorium diagnostiek en verplicht diagnostiek van medische apparatuur - voor differentiële diagnostische verduidelijking.
- Röntgenstraal van de voet (laterale röntgenfoto van de achtervoet) - visualisatie van de exostose (botuitsteeksel), meestal enkele millimeters (1-5 mm) lang, bij de calcaneus (hielbeen indien nodig ook aanwijzingen voor calcificaties (calcificaties) van de omgeving pezen door chronische insertie-tendopathie (irritaties bij de overgang tussen pezen en botten (= inbrengen), meestal veroorzaakt door overbelasting). Pijn intensiteit is onafhankelijk van de grootte van de exostose. Waarschuwing (let op): vóór de vorming van een exostose kan er al een insertie-tendopathie aanwezig zijn!