Hersentumoren: classificatie

Tumoren van het centrale zenuwstelsel zijn eerder als volgt geclassificeerd volgens de WHO-classificatie:

WHO-rang Graadbeschrijving Diagnoses (voorbeeldig)
I Goedaardige (goedaardige) tumoren die gewoonlijk kunnen worden genezen door chirurgische verwijdering Craniofaryngeoom, neurinoom, oligodendroglioom, pilocytisch astrocytoom, subependymaal reuzencelastrocytoom, meningeomen * (80% van alle meningeomen wordt als goedaardig beschouwd)
II Goedaardige (kwaadaardige) maar vaak infiltratieve tumoren die vatbaar zijn voor herhaling maar de overleving niet significant beperken Laaggradige gliomen: astrocytoom (varianten: fibrillair, protoplasmatisch, gemistocytisch); atypisch meningeoom (varianten: clear cell, chordoid), diffuus astrocytoom, ependymoom (II / III), oligodendroglioom, anaplastisch oligoastrocytoom, pleomorf xanthoastrocytoom, pilomyxoid astrocytoom
III Kwaadaardige tumoren geassocieerd met een verkorting van de overlevingstijd Gliomen: anaplastisch astrocytoom, ependymoom (II / III), gemengde gliomen (II / III), anaplastische oligodendrogliomen; anaplastisch meningeoom (varianten: papillair, rhabdoïde), plexuscarcinoom
IV Extreem kwaadaardige tumoren geassocieerd met een duidelijke vermindering van de overleving, tenzij effectieve behandeling beschikbaar is Glioblastomen (varianten: gliosarcoom, reuzencelglioblastoom), medulloblastoom

* Het methyleringspatroon van tumorcellen geeft een indicatie van hoe agressief a meningeoom is. Dit maakt een betrouwbare differentiatie mogelijk tussen veilig goedaardige tumoren, waarvoor een operatie meestal voldoende is, en die waarvoor de patiënt extra nodig heeft radiotherapie (straling therapie).

Naast histologieis de lokalisatie van de tumor, vooral voor volledige neurochirurgische verwijdering, van groot belang voor de prognose. Andere factoren zijn onder meer de reactie op radiotherapie or chemotherapie.

De nieuwe WHO-classificatie van tumoren van het centrale zenuwstelsel (CZS) houdt rekening met:

  • Histologische toewijzing van de tumor aan een tumortype,
  • Histologische bepaling van maligniteitscriteria. WHO-graad wordt bepaald op basis van histologische kenmerken,
  • Bepaling van moleculair genetische parameters met diagnostische, prognostische of voorspellende waarde,
  • Integratieve diagnose waarbij rekening wordt gehouden met de 3 bovengenoemde diagnoseniveaus.