Ginseng: gezondheidsvoordelen, medicinaal gebruik, bijwerkingen

ginseng is inheems in de bergbossen van Oost-Azië, en de plant wordt gekweekt in China, Korea, Japan en Rusland. De zeer vergelijkbare Amerikaan ginseng komt oorspronkelijk uit een groot deel van de Verenigde Staten en Canada. Het medicijnmateriaal komt voornamelijk uit China en Korea, maar ook deels uit hun buurlanden. In kruidengeneeskunde, gebruikt men de gedroogde wortels van ginseng (ginseng wortel).

Kenmerken van de ginsengplant

Ginseng is een tot 80 cm hoge vaste plant met een enkele scheut en korte onderstam. De handvormige bladeren hebben 1-4 vingers. Verder draagt ​​de plant kleine witte bloemen in schermen en rode besachtige steenvruchten, elk met twee zaden.

Witte en rode ginseng

Van de vele bestaande soorten ginseng wordt Koreaanse ginseng het meest gewaardeerd. Van Koreaanse ginseng is er ‘witte ginseng’, waarin de wortels direct na het oogsten worden gebleekt, geschild en gedroogd, en ‘rode ginseng’, waarin de vers geoogste wortels eerst 1.5 tot 4 uur worden gebroeid voordat ze worden gedroogd. doorschijnende roodachtige kleur na droging.

Ginsengwortel als medicijn

Het medicijn bestaat uit cilindrische, relatief grote wortels die vaak meerdere keren vanuit het midden worden verdeeld. De bast is aan de buitenkant lichtbruin tot lichtgeel of bij rode ginseng roodbruin. Binnenin is de wortel wit tot lichtgeel, hard en broos.

Ginsengwortel geeft een nogal zwakke maar aangename geur af. De wortel smaakt eerst bitter, later de smaak verandert in zoet en slijmerig.