Hyperthyreoïdie (overactieve schildklier): medicamenteuze therapie

Therapeutisch doel Een euthyroïde metabolische toestand bereiken (= schildklierniveaus in het normale bereik). Therapieaanbevelingen Hyperthyreoïdie Thyrostatica (geneesmiddelen die de schildklierfunctie remmen: thiamazol, carbimazol) vanwege hyperthyreoïdie bij de ziekte van Graves en autonomie M. Ziekte van Graves: een jaar (tot anderhalf jaar) thyreostatica. SD-autonomie: hyperthyreoïdie wordt alleen met medicatie behandeld tot … Hyperthyreoïdie (overactieve schildklier): medicamenteuze therapie

Hyperthyreoïdie (overactieve schildklier): diagnostische tests

Verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen. Schildklierechografie (echografie van de schildklier) – als basisonderzoek om de grootte van de schildklier en eventuele weefselonregelmatigheden, zoals knobbeltjes, vast te stellen Optionele diagnostiek van medische hulpmiddelen – afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumdiagnostiek en verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen – voor … Hyperthyreoïdie (overactieve schildklier): diagnostische tests

Hypothyreoïdie (traag werkende schildklier): oorzaken

Pathogenese (ziekteontwikkeling) Jodiumtekort is wereldwijd nog steeds de meest voorkomende oorzaak van hypothyreoïdie. Bij aangeboren (erfelijke) hypothyreoïdie is het defect meestal te wijten aan schildklierdysgenese (schildkliermisvorming) en minder vaak aan een genetisch defect in de hormoonsynthese. De pathogenese van auto-immuun hypothyreoïdie is gedeeltelijk gebaseerd op genetische aandoeningen en ook op … Hypothyreoïdie (traag werkende schildklier): oorzaken

Hypothyreoïdie (traag werkende schildklier): therapie

Algemene maatregelen Herziening van permanente medicatie vanwege mogelijk effect op bestaande ziekte. Regelmatige controles Regelmatige medische controles Voedingsgeneeskunde Voedingsadvisering op basis van voedingsanalyse Voedingsadviezen volgens een gemengd dieet rekening houdend met de ziekte. Dit betekent onder andere: Dagelijks totaal 5 porties verse groenten en fruit (≥ … Hypothyreoïdie (traag werkende schildklier): therapie

Struma: medische geschiedenis

Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van struma (struma). Familiegeschiedenis Komt er een frequente geschiedenis van schildklieraandoeningen in uw familie voor? Sociale voorgeschiedenis Actuele medische voorgeschiedenis/systemische voorgeschiedenis (somatische en psychische klachten). Heeft u een vergroting van de schildklier opgemerkt? Zo ja, in welke periode is dat gebeurd... Struma: medische geschiedenis

Goiter: Of iets anders? Differentiële diagnose

Endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten (E00-E90). Struma met hypothyreoïdie (hypothyreoïdie): Hashimoto-thyreoïditis (auto-immuunziekte van de schildklier). Thyroïditis in een laat stadium (ontsteking van de schildklier). Genetische defecten van schildklierhormoonsynthese: Defecte thyroperoxidase Ontbrekende dejodase Defect jodiumtransport Schildklierhormoonresistentie (zeldzaam): defect van schildklierhormoonreceptor → T3↑, T4↑ en TSH normaal; gebruikelijk … Goiter: Of iets anders? Differentiële diagnose

Struma: complicaties

Hieronder volgen de belangrijkste ziekten of complicaties waaraan struma (struma) kan worden bijgedragen: Ademhalingssysteem (J00-J99) Tracheomalacie (synoniem: sabelschede luchtpijp) - ziekte die wordt gekenmerkt door verslapping van de luchtpijp. Endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten (E00-E90). Terugkerende struma - herhaling van schildkliervergroting. Bloedsomloop (I00-I99) Stasis van de bovenste invloed* (OES) – symptoom … Struma: complicaties

Struma: classificatie

Classificatie van struma volgens ICD-10 Jodium-deficiëntie-gerelateerde diffuse struma (E01.0). Jodiumtekort-gerelateerd multinodulair struma (E01.1) Jodiumtekort-gerelateerd struma, niet gespecificeerd (E01.2) Congenitale hypothyreoïdie (hypothyreoïdie) met diffuus struma E03.0) Niet-toxisch diffuus struma (E04.0) Niet-toxisch solitaire schildklier knobbeltje (E04.2) Niet-toxisch multinodulair struma (E04.2) Andere gespecificeerde niet-toxische struma (E04.8). Niet-toxisch struma, niet gespecificeerd (E04.9) Hyperthyreoïdie (hyperthyreoïdie) met diffuse struma (E05.0) … Struma: classificatie

Struma: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek vormt de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen: Algemeen lichamelijk onderzoek – inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder: Inspectie (bekijken) van huid en slijmvliezen [mogelijke symptomen: Opperste invloedscongestie (OES): congestie van de aderen van het hoofd en de bovenste ledematen door compressie van de vena cavae. Hoornaar … Struma: onderzoek

Struma: test en diagnose

Laboratoriumparameters van de 1e orde – verplichte laboratoriumtests. Schildklierparameters: TSH (schildklierstimulerend hormoon), fT3 (trijoodthyronine), fT4 (thyroxine) – voor alle knobbeltjes met een diameter groter dan 1 cm om de schildklierfunctie te beoordelen Opmerking: als TSH verhoogd of verlaagd is, moeten vrije perifere schildklierhormonen fT3 en fT4 ook bepaald worden. Laboratoriumparameters 2e bestelling – … Struma: test en diagnose