Pholcodin

Producten

Pholcodin is in veel landen in de handel verkrijgbaar als siroop (Phol-Tussil). Het wordt sinds de jaren vijftig medicinaal gebruikt.

Structuur en eigenschappen

Pholcodine (C.23H30N2O4, Mr = 398.50 g / mol) is een morfolinoethylderivaat van morfine en gerelateerd aan codeine​ Het is een witte tot bijna witte kristallijne kleur poeder of kleurloze kristallen en is matig oplosbaar in water​ Volgens de definitie van de Europese Farmacopee komt folcodine voor als folcodinemonohydraat (- H2O). Het medicijn is structureel vergelijkbaar met sommige neuromusculaire blokkers zoals suxamethonium.

Effecten

Pholcodine (ATC R05DA08) heeft hoesten-irriterende eigenschappen in het hoestcentrum en is licht kalmerend. Volgens sommige bronnen onderscheidt de structurele wijziging het van andere opioïden en, althans bij therapeutische doses, wordt gerapporteerd dat het niet pijnverlichtend, niet psychotroop, niet-vullend en niet-ademhalingsonderdrukkend is. In de literatuur is hierover echter tegenstrijdige informatie te vinden.

Indicaties

Voor symptomatische behandeling van prikkelbaar hoesten.

Dosering

Volgens het medicijnlabel. Pholcodine wordt gewoonlijk 2-4 keer per dag ingenomen.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid
  • Ademhalingsinsufficiëntie
  • Kinderen onder de 2 jaar
  • Astma
  • Sterke slijmvorming
  • Ernstige lever- en / of nierinsufficiëntie.
  • Zwangerschap en borstvoeding

Volledige voorzorgsmaatregelen zijn te vinden op het medicijnetiket.

Interacties

Centraal depressieve medicijnen zoals opioïden, antidepressiva, slaap AIDS, sedativaof alcohol kan toenemen bijwerkingen​ Combinatie met andere opioïden kan het risico op ademhaling verhogen Depressie en andere bijwerkingen van opioïden.

Bijwerkingen

Mogelijk bijwerkingen omvatten constipatie, misselijkheid, braken, 피로slaperigheid, lethargie, euforie, duizeligheid, allergische reacties, bronchospasmen en ademhalingsproblemen Depressie, volgens het medicijnetiket. In de literatuur wordt vermoed datallergie kan voorkomen tussen folcodine en bepaalde spierverslappers zoals suxamethonium vanwege structurele overeenkomsten (bijv. Florvaag, Johansson, 2009). In 2011 concludeerde het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) echter dat de gegevens onvoldoende waren en dat er onvoldoende bewijs was om deze aannames te ondersteunen.