Optionele diagnostiek van medische hulpmiddelen - afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumdiagnostiek en verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen - voor differentiële diagnostische verduidelijking en in het geval van secundaire ziekte
- Abdominale echografie (ultrageluid onderzoek van de buikorganen) - om bijkomende ziekten uit te sluiten.
- elektrocardiogram (ECG; opname van de elektrische activiteit van de hart- spier) - als hartbetrokkenheid wordt vermoed.
- echocardiografie (echo; cardiaal ultrageluid) - als er een vermoeden is van cardiale betrokkenheid.
- Computertomografie van de schedel (craniale CT, craniale CT of cCT) - als neurosyfilis (betrokkenheid van de centrale zenuwstelsel) wordt vermoed.
- Magnetische resonantie beeldvorming van de schedel (craniale MRI, craniale MRI of cMRI) - als neurosyfilis wordt vermoed.